De meest recente informatie over uitgaven aan Opiumwetdelicten gaat over het jaar 2021. Cijfers over 2022 zijn nog niet beschikbaar.
In 2021 is in totaal 641,7 miljoen euro uitgegeven aan de bestrijding van Opiumwetdelicten [1,2]. Dit omvat de uitgaven voor alle activiteiten (preventie, opsporing, vervolging, berechting, tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen, rechtsbijstand en slachtofferondersteuning) die tot doel hebben ondermijnende criminaliteit, overlast en verloedering in relatie tot Opiumwetdelicten (smokkel, handel, productie en bezit van drugs) te bestraffen en in de toekomst te voorkomen. Zowel activiteiten van de overheid (Rijk, provincies, gemeenten, Douane) als van de particuliere sector (particulieren en bedrijven waaronder speciale beveiligings- en opsporingsbedrijven) worden meegenomen. Aan preventie van Opiumdelicten wordt door verschillende partijen geld uitgegeven. Uitgaven gedaan inzake de preventie van drugsgebruik vallen onder het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en zijn hier niet meegenomen. Bij opsporing gaat het vooral om uitgaven aan de politie en de bijzondere opsporingsdiensten, bij vervolging zijn het Openbaar Ministerie en de reclasseringsorganisaties de belangrijkste spelers en bij berechting de rechtbanken en gerechtshoven. De tenuitvoerlegging van diverse straffen en maatregelen is verspreid over een groot aantal uitvoeringsorganisaties, maar het meeste geld gaat naar de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) die verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen.
- De uitgaven aan Opiumwetdelicten vormen 4% van de totale (nominale) uitgaven aan veiligheid in 2021. Deze delicten zijn hiermee een kleine kostenpost in vergelijking met vermogensmisdrijven (37%), vernieling en misdrijven tegen de openbare orde (16%) en gewelds- en seksuele misdrijven (23%). De bestrijding van verkeersmisdrijven kostte iets meer dan die van drugsmisdrijven (7%).
- Bij de Opiumwetdelicten is steviger ingezet en geprioriteerd op de bestrijding van harddrugsmisdrijven dan de bestrijding van softdrugsmisdrijven (85% tegenover 15%).
- Om een beeld te krijgen van de trend in de uitgaven zijn in onderstaande figuur de bedragen opgenomen, die gecorrigeerd zijn voor loon- en prijsstijgingen (prijzen van 2015). Er is te zien dat de totale uitgaven voor Opiumwetdelicten en ook die voor harddrugsmisdrijven in de periode 2008 tot en met 2017 gedaald zijn, maar tussen 2018 en 2021 zijn gestegen. De uitgaven voor het bestrijden van softdrugsmisdrijven dalen sinds 2016.
Figuur 2.4.1Uitgaven aan Opiumwetdelicten 2012-2021 in miljoen euro, prijzen van 2015*
- Bij de Opiumwetdelicten is het meeste geld uitgegeven aan de tenuitvoerlegging van straffen voor harddrugsmisdrijven (zie onderstaande figuur). Dit aandeel nam in de jaren voor 2021 steeds verder toe. De uitgaven voor preventie door justitie blijven achter. De kosten voor preventie van druggebruik zijn hier niet meegenomen, omdat de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij het Ministerie van VWS. Opiumwetdelicten zijn meestal ‘slachtofferloze delicten’ in de zin dat er meestal geen aangifte wordt gedaan, bijvoorbeeld door kopers tegen dealers; er zijn dan ook weinig tot geen kosten geweest voor ondersteuning van slachtoffers.
- Opiumwetdelicten maken 12% van de totale kosten van tenuitvoerlegging uit en staan bij deze kostenposten op de derde plaats na gewelds- en seksuele misdrijven (39%) en vermogensmisdrijven (29%).
- Tegenover de uitgaven staan ook ontvangsten uit de veiligheidszorg. Het gaat daarbij om boetes, transacties, strafbeschikkingen, ontnemingsmaatregelen en overige ontvangsten, zoals aan de burger doorberekende kosten voor aanvragen bij de screeningsautoriteit Justis (een organisatie die de betrouwbaarheid van personen en organisaties toetst een veilige rechtstaat), buitenlandse boetes en bestuurlijke boetes. Deze zijn niet gespecificeerd naar type delict.
Figuur 2.4.2 Uitgaven in miljoen euro voor Opiumwetdelicten, naar activiteit, nominaal, 2021I
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.Moolenaar DEG. Uitgaven aan sociale veiligheid. In: Criminaliteit en Rechtshandhaving 2021, ed. R.F. Meijer D.E.G. Moolenaar R. Choenni S.W. van den Braak. Den Haag, WODC; 2022.
- 2.Moolenaar DEG. Uitgaven aan sociale veiligheid. In: Moolenaar DEG, Choenni R, Van den Braak SW, editors. Criminaliteit en Rechtshandhaving 2022. Den Haag: WODC: ; 2023. p.
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.