HomeWetgeving, beleid en preventie2.1.6 Lachgas

2.1.6 Lachgas

Om het recreatieve gebruik van lachgas terug te dringen en het aanbod te beperken, is lachgas per 1 januari 2023 geplaatst op lijst II van de Opiumwet ​[1]​. Lachgas werd in toenemende mate gebruikt als roesmiddel en partydrug (zie § 13.3). Dit brengt gevaren voor de volksgezondheid en de samenleving met zich mee, blijkt uit een risicobeoordeling van het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring Nieuwe Drugs (CAM) ​[1]​.

  • Het is vanaf 1 januari 2023 verboden lachgas te importeren of te exporteren, het te verkopen en het aanwezig te hebben (artikel 3 Opiumwet).
  • Lachgas heeft echter ook andere toepassingen dan het recreatieve gebruik, namelijk professioneel gebruik voor medische en technische doeleinden, en als voedingsadditief. Dat blijft wel toegestaan. Wat betreft technische doeleinden of als voedingsadditief is dat geregeld onder artikel 15a van het Opiumwetbesluit. In de nota van toelichting is uiteengezet wanneer lachgas bestemd is voor technische doeleinden of als voedingsadditief. Wat betreft medische doelen geldt dat fabrikanten en groothandelaren van lachgas dat bestemd is voor gebruik in de (dier)geneeskunde een ontheffing aan moeten vragen op grond van artikel 6 en 8 van de Opiumwet. Gebruikers van een geneesmiddel of medisch hulpmiddel dat op één van de lijsten bij de Opiumwet staat, zoals artsen, apothekers en ziekenhuizen, zijn op grond van artikel 5, tweede lid, Opiumwet en artikel 16, onderdeel a, van het Opiumwetbesluit al vrijgesteld van de ontheffingsplicht.
  • Verkoop van gasflessen aan particulieren is verboden. Kleine ampullen met lachgas voor bereiding van voedsel mogen met een maximum van tien ampullen aan particulieren van 18 jaar of ouder worden verkocht door de detailhandel. Ampullen die bij de detailhandel zijn gekocht, mogen niet aan derden worden doorverkocht.
  • De Raad van State heeft in 2022 afgeraden een algemeen lachgasverbod in te voeren, omdat lachgas veel legale toepassingen kent en er dus veel uitzonderingen op algemeen verbod moeten worden gemaakt. Volgens de Raad van State zouden die uitzonderingen in nadere regelgeving moeten worden geregeld ​[2]​. Het kabinet heeft er toch voor gekozen om het recreatief gebruik van lachgas te verbieden door het te plaatsen op lijst II van de Opiumwet. Een snelle invoering van het lachgasverbod werd belangrijk geacht vanwege de grote gezondheidsrisico’s. Het kabinet is van mening dat in de toelichting duidelijk is omschreven in welke gevallen gebruik van lachgas wel toegestaan is en in welke gevallen niet.
  • Er is structureel 14 miljoen euro uit de ondermijningsgelden beschikbaar gesteld voor de handhaving van het lachgasverbod door de politie uit de ondermijningsgelden ​[3]​.
  • Het plaatsen van lachgas op lijst II van de Opiumwet werd nodig geacht, omdat er geen regeling meer was om het recreatieve gebruik ervan tegen te gaan. Voorheen viel recreatief gebruik van lachgas onder de Geneesmiddelenwet, maar sinds een arrest van het Europees Hof van Justitie dd. 10 juli 2014 (ECLI:EU:C:2014:2060) en een uitspraak van de Hoge Raad dd. 9 februari 2016 (ECLI:NL:HR2016:218) kon het recreatief gebruik van lachgas niet meer als onrechtmatig gebruik van een geneesmiddel aangemerkt worden. Daardoor kon er dus op die grond ook niet meer tegen opgetreden. Verkoop van lachgas voor recreatief gebruik (in ballonnen, of in patronen of gasflessen die met dat specifieke doel verkocht worden), viel sindsdien onder de Warenwet. De verkoop van lachgas voor gebruik in de voedingsindustrie (in patronen voor slagroomspuiten) valt nog steeds onder de Warenwet. Deze wet stelt dat een product geen bijzondere gevaren voor gezondheid of veiligheid mag opleveren, gezien het te verwachten gebruik dat uiteraard samenhangt met de bestemming van het product.
  • Het verbod op lachgas is (naar verwachting) ook goed voor het tegengaan van lachgasgebruik in het verkeer. Het gebruik van lachgas in het verkeer kan moeilijk worden aangetoond, omdat lachgas, met de beschikbare detectiemiddelen, niet aantoonbaar is in bloed, urine, adem of speeksel van de bestuurder en het directe effect van lachgas is kortdurend. Op basis van het verbod kan wel op het bezit van lachgas worden gehandhaafd, als bijvoorbeeld gasflessen of ampullen in de auto worden aangetroffen ​[4]​. Er wordt verkend of het mogelijk is om het signalen en vaststellen van middelengebruik in het verkeer te verbeteren. Rondom lachgas wordt een onderzoek naar het vaststellen van lachgas in de ademlucht uitgevoerd door TNO, Maastricht Universitair Medisch Centrum en Leiden Universiteit Medisch Centrum. De resultaten van dit onderzoek worden eind 2023 verwacht ​[5]​. Daarnaast is er is er aandacht voor voorlichting. Zo werd de campagne «Rij Ballonvrij» in november 2020, 2021 en in 2022 uitgevoerd ​[6]​.
  • Begin 2024 is een onderzoek van TNO, Maastricht Universitair Medisch Centrum en Leiden Universiteit Medisch Centrum gepubliceerd, waaruit blijkt dat recreatief lachgasgebruik tot minstens 60 minuten na het inhaleren meetbaar is in adem en bloed. Ook bevestigt het onderzoek dat het lachgasgebruik de rijvaardigheid dusdanig beïnvloedt dat deelname aan het verkeer onverantwoord is. Verder blijkt uit het onderzoek dat het ontwikkelen van een betrouwbaar instrument om lachgasgebruik te meten, technisch haalbaar is ​[7]​.
  • Het inwerkingtreden van het verbod op lachgas in de Opiumwet heeft gevolgen gehad voor sommige gemeentelijke bepalingen die in afwachting van een landelijke regeling opgesteld waren. Dit omdat het gebruik van lachgas overlast in gemeenten veroorzaakte (bijvoorbeeld door het wegwerpen van lachgaspatronen en lege ballonnen, geluidsoverlast, overlast door hangjongeren, openbare ordeproblemen op straat). Met het verbod is er namelijk geen ruimte meer voor verbods- en strafbepalingen die hetzelfde zijn als de voorschriften uit de Opiumwet. Die vervallen dan van rechtswege of zijn onverbindend. Dit geldt bijvoorbeeld voor een gemeentelijk verbod dat zich specifiek richt op verkoop in aangewezen delen van de gemeente. Sommige bepalingen, bijvoorbeeld algemene voorschriften ter voorkoming van overlast, gevaar of schade en strafbaarstelling van gedragingen samenhangend met straathandel of het gebruik van lachgas, kunnen wel blijven gelden. Zie daarvoor de nota van toelichting ​[1]​.
  • Er is voorlichtings- en preventiemateriaal opgesteld voor jongeren om hen te wijzen op de risico’s van het gebruik van lachgas ​[8]​. Er zijn allerlei informatieproducten ontwikkeld (flyer, factsheet, video, website) gericht op speciale doelgroepen, zoals ouders en docenten, uitgaanders, professionals, maar ook op het algemene publiek. Voor gemeenten, handhavers, en preventieprofessionals heeft het Trimbos-instituut daarnaast een handreiking opgesteld. Extra aandacht is uitgegaan naar het ontwikkelen van voorlichtings- en preventiemateriaal voor twee specifieke aandachtsgebieden: lachgasgebruik onder jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond en lachgasgebruik in het verkeer. Zie ook Trimbos.nl | Lachgas.
  • Tussen 2019 en 2023 is het lachgasgebruik in Nederland gedaald. Recentere gegevens over lachgasgebruik in Nederland (en de eventuele invloed van het verbod op lachgas) zijn niet beschikbaar. Zie ook Trimbos.nl | Lachgas.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Stb. 2022-461. Besluit van 17 november 2022, houdende wijziging van het Opiumwetbesluit en lijst II, behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing van distikstofmonoxide (lachgas) op deze lijst . Den Haag: Rijksoverheid; 2022.
  2. 2.
    Advies Raad van State; Wijziging van het Opiumwetbesluit en lijst II, behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing van distikstofmonoxide (lachgas) op deze lijst . Den Haag: Raad van State ; 2022.
  3. 3.
    T.K. 35925 XVI-14. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022; Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden; Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal ; 2021.
  4. 4.
    T.K. 29398- 1006. Maatregelen verkeersveiligheid; Brief regering; Handhaving op lachgasgebruik in het verkeer. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2022.
  5. 5.
    Nationale Politie . Opsporing en vervolging lachgasverbod per 1 juli 2023 [Internet]. 2023. Available from: https://www.politie.nl/nieuws/2023/juli/1/opsporing-en-vervolging-lachgasverbod-per-1-juli-2023.html
  6. 6.
    T.K.35954-3. Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Opiumwetbesluit en lijst II, behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing van distikstofmonoxide (lachgas) op deze lijst; Verslag van een schriftelijk overleg; Verslag van een schriftelijk overleg inzake het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Opiumwetbesluit en lijst II, behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing van distikstofmonoxide (lachgas) op deze lijst. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal ; 2022.
  7. 7.
    Jiménez D, Vinckenbosch F, Ramaekers J. Recreatief Lachgasgebruik. Aantoonbaarheid in bloed, speeksel en uitgeademde lucht en effecten op de rijvaardigheden. Den Haag: TNO; 2024.
  8. 8.
    T.K.24077-465. Drugbeleid: Brief regering: Lachgas voorlichting en preventie. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2020.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.