In het kort: Onder 16-18-jarige studenten van het mbo en het hbo daalde tussen 2017 en 2019 het percentage rokers van tabak, maar tussen 2019 en 2021 was deze daling getopt. Op het hbo en de universiteit (16 jaar en ouder) samengenomen daalde het percentage dagelijkse rokers van 8% in 2021 naar 6% in 2023. Onder de hbo-studenten (7%) ligt het percentage dagelijkse rokers hoger dan onder de universiteitsstudenten (5%).
Snel naar:
Studenten van het mbo en hbo
De Middelenmonitor mbo-hbo gaf voor het roken onder 16-18-jarige mbo-hbo studenten in 2015, 2017, 2019 en 2021 het volgende beeld [3]:
- In 2021 had 46,9% van de mbo-hbo studenten ooit gerookt, had 27,0% in de afgelopen maand gerookt, en rookte 10,7% dagelijks. Deze percentages lagen lager dan in 2015, maar lagen niet lager vergeleken met 2019. De daling had zich vooral voorgedaan tussen 2017 en 2019. In deze periode was het ooitgebruik gedaald van 51,0% naar 45,1%, was het laatste-maand-gebruik gedaald van 31,2% naar 25,1%, en was het dagelijks roken gedaald van 16,9% naar 11,0% [3].
- Het percentage rokers van tabak lag hoger op het mbo dan op het hbo. Op het mbo, bijvoorbeeld, was 13,7% van de 18-jarigen een dagelijks roker vergeleken met 8,7% op het hbo [3].
- In 2021 had 36,1% van de mbo-hbo studenten wel eens een e-sigaret gebruikt en 8,6% deed dat nog steeds. Op het mbo lagen deze percentages hoger dan op het hbo. Van de 18-jarige leerlingen op het mbo had 40,8% ooit een e-sigaret gebruikt, vergeleken met 26,7% op het hbo. Op het mbo gebruikte 9,2% van de 18-jarigen nog steeds de e-sigaret, vergeleken met 4,1% op het hbo [3].
- In 2021 had 36,0% van de mbo-hbo studenten wel eens een waterpijp gebruikt, en 8,6% in de afgelopen maand [3].
- In 2021 had 7% van de mbo-hbo studenten wel eens nicotinezakjes gebruikt, en 1,6% in de afgelopen maand [3].
Studenten van het hbo en de universiteit
Onderstaande resultaten zijn afkomstig uit de Monitor Mentale Gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs [6]. Het onderzoek kent enkele methodologische beperkingen, zoals een laag responspercentage (6,5% in 2023) en onder-/oververtegenwoordiging van bepaalde groepen. Door weging is de data meer representatief gemaakt. Er kan echter niet worden uitgesloten dat de resultaten vertekend zijn en daarmee niet representatief voor de totale studentenpopulatie in Nederland. De resultaten moeten dus voorzichtig worden geïnterpreteerd.
- Van de deelnemende studenten (hbo en universiteit samen) gaf in 2023 6% aan dagelijks te roken, 3% rookte regelmatig maar niet elke dag, 10% rookte niet regelmatig en 10% had ooit gerookt, maar nu niet meer.
- Vergeleken met 2021 (8%) is het dagelijks roken in 2023 (6%) significant gedaald (in het rapport wordt het verschil als heel klein/niet betekenisvol beoordeeld).
- Roken komt in sommige groepen meer voor dan in andere groepen. De analyses1 laten het volgende beeld zien:
- Het percentage dagelijkse rokers lag onder hbo-studenten (7%) hoger dan onder universiteitsstudenten (5%).
- Dagelijks roken kwam vergeleken met 16-21-jarigen (4%) vaker voor in de leeftijdsgroepen 22-25-jaar (8%), 26-29 jaar (10%) en 30 jaar en ouder (8%).
- Het dagelijkse gebruik van tabak lag onder studenten zonder een migratieachtergrond (5%) lager dan onder studenten met een migratieachtergrond (6%) en internationale studenten (10%).
- Er was geen significant verschil in het percentage dagelijks rokers tussen voltijd (6%) en niet-voltijd studenten (8%).
- In de analyses is gecorrigeerd voor de mogelijke invloed van de andere variabele (gender, leeftijd, herkomst, onderwijstype en onderwijsvorm). ↩︎
Studenten van het mbo in Amsterdam
De Middelenmonitor mbo-hbo gaf voor het cocaïnegebruik onder 16-18-jarige mbo- en hbo-studenten in 2021 het volgende beeld [8]:
- In 2021 had van de studenten van het mbo in Amsterdam 43,2% ooit gerookt, had 31,1% in het afgelopen jaar gerookt, 23,7% in de afgelopen maand, en rookte 11,8% dagelijks (zie onderstaande tabel).
- In het afgelopen jaar had 10,2% van de Amsterdamse mbo’ers een e-sigaret gebruikt, 12,0% een shisa-pen, 10,9% een waterpijp, en 6,1% snus. In totaal rookte 26% op minimaal één van deze alternatieve manieren, waarvan de helft ook gewone sigaretten of shag bleef roken.
- Tussen 2016 en 2021 daalde het percentage rokers van tabak onder de Amsterdamse mbo-studenten (zie onderstaande tabel). Het ooitgebruik daalde van 57,4% naar 43,2%, het laatste-jaar-gebruik daalde van 43,4% naar 31,1%, het laatste-maand-gebruik daalde van 35,3% naar 23,7%, en het dagelijks roken daalde van 17,7% naar 11,8%.
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.Tuithof M, Van Dorsselaer S, Monshouwer K. Middelengebruik onder studenten van 16-18 jaar op het MBO en HBO 2017. Utrecht: Trimbos-instituut; 2018.
- 2.Van Dorsselaer S, De Beurs D, Monshouwer K. Middelengebruik onder studenten van 16-18 jaar op het MBO en HBO 2019. Utrecht: Trimbos-instituut; 2020.
- 3.Monshouwer K, Tuithof M, Van Dorsselaer S. Middelengebruik onder studenten van 16-18 jaar op het MBO en HBO 2021. Utrecht: Trimbos-instituut; 2022.
- 4.Dopmeijer JM, Nuijen Jasper, Busch MCM, Tak NI. Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs: Deelrapport I: Mentale gezondheid van studenten in het hoger onderwijs. Utrecht: RIVM, GGD GHOR, Trimbos-instituut; 2021.
- 5.Dopmeijer JM, Nuijen J, Busch MCM, Tak NI. Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs: Deelrapport II: Middelengebruik van studenten in het hoger onderwijs. Utrecht: RIVM, GGD GHOR, Trimbos-instituut; 2021.
- 6.Nuijen J, Verweij A, Dopmeijer J, Van Wamel A, Schouten F, Buijs M, et al. Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs 2023. RIVM en Trimbos-instituut; 2023.
- 7.Nabben T, Luijk SJ, Benschop A, Korf DJ. Antenne 2016: Trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers. Amsterdam: Rozenberg Publishers; 2017.
- 8.Benschop A, Nabben T. Antenne Amsterdam 2021: Trends in gebruik van alcohol, tabak, cannabis en andere drugs. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam; 2022.
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.