In het kort: Vergeleken met andere landen van de Europese Unie, ligt het percentage rokers onder 15- en 16-jarige scholieren relatief laag in Nederland.
Scholieren in Europese landen
Onderstaande tabel toont het percentage ooitrokers, laatste-maand-rokers en dagelijkse rokers in veertien landen van de Europese Unie, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De Verenigde Staten deden niet mee aan de ESPAD, maar voerden in sommige jaren wel vergelijkbaar onderzoek uit.
- Tussen 2003 en 2019 is in de meerderheid van de landen van onderstaande tabel het percentage scholieren dat ooit heeft gerookt in bijna elk jaar van de meting afgenomen. Alleen in Denemarken en Spanje vond er tussen 2015 en 2019 weer een stijging plaats in het percentage ooitrokers.
- In 2019 telde van de vergeleken landen Italië (19%) de meeste en Noorwegen (2,5%) de minste dagelijkse rokers onder de 15-16-jarige scholieren van het middelbaar onderwijs (zie onderstaande tabel).
- Gemiddeld was 10% van de Europese 15-16-jarige scholieren een dagelijkse roker. De Nederlandse scholieren scoren met 5,3% onder dat Europese gemiddelde. In 2015 was in Nederland nog 11% van de 15-16-jarige scholieren een dagelijkse roker. De meeste landen tonen, net als Nederland, een daling in het aantal dagelijkse rokers tussen 2011, 2015 en 2019.
- Het gemiddelde in onderstaande tabel is berekend op de 34 landen die deelnamen van 2003 tot en met 2015 en de 35 landen die deelnamen in 2019. Tussen 2015 en 2019 stabiliseerden de gemiddelden voor het percentage dat ooit had gerookt (40%/41%), in de afgelopen maand had gerookt (21%/20%) en het percentage dat dagelijks had gerookt (11%/10%). In 2019 lag Nederland onder het gemiddelde voor zowel het percentage ooitrokers (31%), het percentage rokers in de afgelopen maand (15%), alsook het percentage dagelijkse rokers (5,3%).
Tabel 12.4.2 Roken door leerlingen van 15 en 16 jaar in een aantal lidstaten van de Europese Unie, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Peiljaren 2003, 2007, 2011, 2015 en 2019
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.Hibell B, Guttormsson U, Ahlström S, Balakireva O, Bjarnason T, Kokkevi A, et al. The 2007 ESPAD Report: Substance Use Among Students in 35 European Countries. Stockholm: CAN; 2009.
- 2.Hibell B, Andersson B, Bjarnason T, Ahlström S, Balakireva O, Kokkevi A, et al. The ESPAD Report 2003: Alcohol and Other Drug Use Among Students in 35 European Countries Björn. Stockholm: CAN; 2004.
- 3.Hibell B, Guttormsson U, Ahlström S, Balakireva O, Bjarnason T, Kokkevi A, et al. The 2011 ESPAD Report: Substance Use Among Students in 36 European Countries. Stockholm: CAN; 2012.
- 4.Kraus L, Leifman H, Vicente J. ESPAD Report 2015: Results from the European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs [Internet]. Luxembourg: Publications Office of the European Union; 2016. Available from: http://www.espad.org/sites/espad.org/files/ESPAD\_report\_2015.pdf
- 5.Molinaro S, Vicente J, Benedetti E, Cerrai S, Colasante E, Arpa S, et al. ESPAD report 2019: Results from the European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs. Luxembourg: Publications Office of the European Union; 2020.
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.