10.6.1 Verslavingszorg
In het kort: In 2023 werden er ruim 1.500 mensen behandeld in de verslavingszorg voor medicatieproblematiek, waarvan het merendeel (81%) voor slaap- en kalmeringsmiddelen. Dit is ongeveer 5% van het totaal aantal cliënten in behandeling in de verslavingszorg voor drugsproblematiek. Het aantal en het aandeel medicatiecliënten in de verslavingszorg steeg in de periode 2018-2023. De stijging deed zich vooral voor onder cliënten met problematiek met sedativa en benzodiazepinen.
Hoeveel mensen worden behandeld in de verslavingszorg voor slaap- en kalmeringsmiddelen?
In 2023 werden 1.541 mensen behandeld in de verslavingszorg voor problematiek vanwege medicijnen, waarvan de helft voor slaap- en kalmeringsmiddelen
In 2023 werden volgens het LADIS 1.541 mensen behandeld in de verslavingszorg voor problematiek met medicijnen [1]. Dat is 2% van het totaal aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg (incl. gedragsverslavingen en alcohol) en 5% van het totaal aantal mensen in behandeling voor drugsproblematiek in de verslavingszorg. Het gaat hierbij alleen om mensen bij wie de medicatieproblematiek staat geregistreerd als de enige of de belangrijkste reden voor de behandeling. We noemen dit ook wel ‘primaire’ medicatiecliënten. Van de medicatiecliënten was de helft in behandeling vanwege benzodiazepinen (49%), gevolgd door sedativa (32%) en “overige medicijnen” (13%). Er waren 4 cliënten primair in behandeling voor barbituratenproblematiek.
Slaap- en kalmeringsmiddelen vallen in de gegevens van het LADIS onder de categorie medicijnen. De registratie van de specifieke middelen in deze categorie wordt nog niet bij alle instellingen even goed uitgevoerd. Zo werden er 41 gevallen geregistreerd als “psychofarmaca” en 193 als “overige medicijnen”, mogelijk zaten hier ook cliënten met slaap- en kalmeringsmiddelenproblematiek tussen. Het kan dus zijn dat het hier om een onderrapportage gaat.
Niet alle verslavingszorg instellingen leveren gegevens aan het LADIS, het genoemde aantal is dus een onderschatting van het totaal aantal cliënten in de verslavingszorg voor medicatieproblematiek. Volgens een ruwe schatting beslaat het LADIS 70% van de cliënten in behandeling voor verslavingsproblematiek [2].
Bijna de helft van de medicatiecliënten is vrouw
In 2023 was bijna de helft (45%) van de personen in behandeling in de verslavingszorg voor medicatieproblematiek vrouw. Dit is opvallend, omdat voor bijna alle andere middelen de mannen ruim in de meerderheid zijn binnen de verslavingszorg. Dit percentage geldt voor de gehele groep medicatiecliënten, en niet alleen voor de cliënten met problematiek met slaap- en kalmeringsmiddelen.
Medicatieproblematiek komt in bijna alle leeftijdsgroepen voor
In 2023 was de gemiddelde leeftijd van primaire medicatiecliënten 43 jaar. Van de cliënten met primaire medicatieproblematiek, lijken de meeste tussen de 30 en de 34 jaar oud te zijn. Het aantal medicatiecliënten lijkt met de leeftijd wat af te nemen, maar ook nog op hogere leeftijd regelmatig voor te komen; 32% van de medicatiecliënten was 55 jaar of ouder. Slechts een klein aantal (1%) was onder de 18.
Bijna de helft van de medicatiecliënten heeft ook nog andere middelenproblematiek
In 2023 had 44% van de primaire medicatiecliënten ook nog andere verslavingsproblematiek. We noemen dit ook wel secundaire problematiek. De meest voorkomende secundaire problematiek was alcohol (15% van alle primaire medicatiecliënten), “overige middelen” (8%) en (andere) medicijnen (5%).
Medicijnen kunnen bij sommige personen zowel het primaire als secundaire probleem zijn, omdat het om verschillende soorten medicijnen kan gaan. Iemand kan bijvoorbeeld benzodiazepinen als primaire problematiek hebben en pijnstillers als secundaire problematiek.
Mogelijk hebben de medicatiecliënten in de verslavingszorg ook nog andere psychische problemen dan verslaving. Het LADIS verzamelt hier echter niet systematisch gegevens over.
Medicatiegebruik komt ook voor als nevenproblematiek. Bij de aantallen die het LADIS hierover rapporteert kan het echter ook (deels) gaan om voorgeschreven medicatie. Het onderscheid tussen voorgeschreven medicatie en problematisch middelengebruik is niet goed te maken. Daarom rapporteren we deze gegevens hier niet.
Is het aantal mensen dat wordt behandeld in de verslavingszorg voor medicatieproblematiek veranderd?
Het aantal primaire medicatiecliënten is tussen 2018 en 2023 toegenomen
Tussen 2018 en 2020 is het aantal cliënten in behandeling voor primaire medicatieproblematiek ongeveer stabiel gebleven. Tussen 2020 en 2023 was er sprake van een lichte stijging. In de loop van de jaren zijn er steeds meer instellingen bijgekomen die gegevens aanleveren. Ook als we alleen kijken naar de instellingen die gedurende de gehele periode tussen 2018 en 2023 gegevens hebben aangeleverd (de constante instellingen), dan neemt het aantal primaire medicatiecliënten nog steeds toe tussen 2020 en 2023.
Het aantal cliënten met primaire benzodiazepineproblematiek steeg tussen 2018 en 2019 van 584 naar 762 cliënten. Het aantal cliënten met primaire sedativaproblematiek steeg in dezelfde periode van 145 naar 493 cliënten. Het aantal cliënten met primaire problematiek met “overige medicijnen” daalde van 224 naar 193 cliënten.
Tussen 2018 en 2023 is de bevolking van Nederland gegroeid. Om hier rekening mee te houden is ook gekeken naar het aantal cliënten per 100.000 inwoners. Per 100.000 inwoners van 15 jaar en ouder nam het aantal primaire medicatiecliënten toe tussen 2018 (7) en 2023 (10). Voor deze berekeningen zijn de gegevens van de constante instellingen meegenomen.
Het aandeel medicatiecliënten in de verslavingszorg nam tussen 2018 en 2023 toe
Het aandeel cliënten met primaire medicatieproblematiek onder alle cliënten in de verslavingszorg vanwege drugs steeg in periode 2018-2023 van 3% naar 5%. Voor deze berekeningen zijn de gegevens van alle deelnemende instellingen meegenomen.
Hoe behandelt de verslavingszorg mensen met slaap- en kalmeringsmiddelenproblematiek?
De verslavingszorg is onderdeel van de gezondheidszorg. De verslavingszorg helpt mensen die een stoornis hebben in drugs-, alcohol-, of medicatiegebruik, of een gokstoornis of een andere gedragsverslaving. De behandeling van benzodiazepineverslaving is gebaseerd op de ‘Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines’ [3]. Bij de behandeling van een stoornis in het gebruik van benzodiazepinen is het advies om de dosering geleidelijk af te bouwen, zonder vervanging door andere medicijnen, tenzij noodzakelijk. Eventuele aanvullende medicatie moet zorgvuldig worden overwogen en gemonitord. Cognitieve gedragstherapie (CGT) is effectief voor het afbouwen van benzodiazepines, met regelmatige monitoring van terugval. Het betrekken van het sociale systeem en herstelondersteunende zorg is ook belangrijk.
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.Wisselink DJ, Van der Slink JB, Kerssies JP. LADIS: Kerncijfers Verslavingszorg 2018 – 2023. 2024. p. 1–85.
- 2.Vektis.nl. Factsheet GGZ [Internet]. Gepubliceerd op: 30-05-2024. Available from: https://www.vektis.nl/intelligence/publicaties/factsheet-ggz-2024
- 3.Hendriks V, Blanken P, Croes E, Schippers G, Schellekens A, Stollenga M, et al. Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines. Utrecht: Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz; 2018.
- 4.Van der Pol P, Liebregts N, De Graaf R, Korf DJ, Van den Brink W, Van Laar M. Facilitators and barriers in treatment seeking for cannabis dependence. Vol. 133, Drug and Alcohol Dependence. 2013. p. 776–80.
- 5.Tuithof M. Drinking Distilled: onset, course and treatment of alcohol use disorders in the general population. Amsterdam: Univeristeit van Amsterdam; 2015.
- 6.Zorgautoriteit N. Informatiekaart Wachttijden en aantal wachtplekken ggz 2023 – februari 2024 [Internet]. 2024. Available from: https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_760147_22/
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.