NPS
HomeNPS8.6 Hulpvraag en incidenten

8.6 Hulpvraag en incidenten

8.6.1 Verslavingszorg

In het kort: In 2023 werden 373 mensen behandeld in de verslavingszorg voor een primaire stoornis in het gebruik van een NPS, waarbij het bij het merendeel (330 cliënten) ging om een stoornis in het gebruik van 3-MMC. Ongeveer 1% van alle mensen in behandeling in de verslavingszorg voor drugsproblematiek heeft primaire NPS-problematiek. Het aantal cliënten in behandeling voor NPS-problematiek is in de afgelopen jaren sterk gestegen, vooral vanwege de toename van 3-MMC-problematiek. Cliënten met NPS-problematiek behoren tot de jongste groep in de verslavingszorg. Twee derde van de NPS-cliënten zijn nog niet eerder behandeld in de verslavingszorg. Dit aandeel nieuwkomers is hoog vergeleken met andere middelen. 

Hoeveel mensen worden behandeld in de verslavingszorg voor NPS-problematiek?

In 2023 werden 373 mensen behandeld in de verslavingszorg voor NPS-problematiek

In 2023 werden volgens het LADIS 373 mensen behandeld in de verslavingszorg voor NPS-problematiek ​[1]​. Dat is 1% van het totaal aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg voor drugsproblematiek. Het gaat hierbij alleen om mensen bij wie de NPS-problematiek staat geregistreerd als de enige of de belangrijkste reden voor de behandeling. We noemen dit ook wel ‘primaire’ NPS-cliënten.

NPS vallen in de gegevens van het LADIS onder de restcategorie “overige middelen”. De registratie van de specifieke middelen in deze categorie wordt nog niet bij alle instellingen even goed uitgevoerd. Zo werden er voor 369 cliënten het primaire middel geregistreerd als “overige drugs”, mogelijk zaten hier ook cliënten met NPS-problematiek tussen. Daarnaast leveren niet alle verslavingszorg instellingen gegevens aan het LADIS, het genoemde aantal is dus een onderschatting van het totaal aantal cliënten in de verslavingszorg voor cocaïneproblematiek. Volgens een ruwe schatting beslaat het LADIS 70% van de cliënten in behandeling voor verslavingsproblematiek ​[2]​.

3-MMC meest voorkomende NPS in de verslavingszorg

3-MMC is het middel dat onder cliënten in de verslavingszorg voor NPS-problematiek het meeste voorkomt. In 2023 stonden in totaal 330 cliënten geregistreerd met een primaire stoornis in het gebruik van 3-MMC, dat is 89% van het totaal aantal cliënten in behandeling voor NPS-problematiek. Andere NPS die in 2023 voorkwamen waren 4-MMC (5%), ongespecificeerde arylcyclohexylaminen (ketamine-achtigen, 5%) en enkele gevallen van 2-MMC en Flakka.

Meer mannen dan vrouwen met NPS-problematiek

In 2023 was het grootste deel van de cliënten in behandeling in de verslavingszorg voor NPS-problematiek man (74%), een kwart was vrouw (26%).

Cliënten met NPS-problematiek zijn relatief jong

In 2023 was de gemiddelde leeftijd van de cliënten in behandeling voor NPS-problematiek 26 jaar. Dit is nog jonger dan bij cannabis (31 jaar) of ecstasy (28 jaar), en vergelijkbaar met ketamine (27 jaar). Veruit de meeste cliënten met primaire NPS-problematiek vielen in de leeftijdscategorie 19-24 jaar (39%).

Twee derde van de NPS-cliënten zijn nog niet eerder behandeld in de verslavingszorg

In 2023 was een derde van de primaire NPS-cliënten (31%) al eens eerder in behandeling in de verslavingszorg, twee derde (69%) was een nieuwkomer. Vergeleken met andere middelen is het aandeel nieuwkomers hoog onder NPS-cliënten. Voor alle andere middelen is het aandeel cliënten dat al eens eerder behandeld werd hoger dan het aandeel nieuwkomers.

Is het aantal mensen dat wordt behandeld in de verslavingszorg voor NPS-problematiek veranderd?

Het aantal NPS-cliënten nam sterk toe tussen 2022 en 2023, vooral vanwege 3-MMC-problematiek

Tussen 2018 en 2023 is het aantal cliënten in behandeling voor primaire NPS-problematiek hard gestegen, van 12 naar 373 cliënten. Deze stijging deed zich voornamelijk voor tussen 2022 en 2023, waarbij het aantal cliënten toe nam van 51 naar 373. In de loop van de jaren zijn er steeds meer instellingen bijgekomen die gegevens aanleveren aan het LADIS. Ook als we alleen kijken naar de instellingen die gedurende de gehele periode tussen 2018 en 2023 gegevens hebben aangeleverd (de constante instellingen), dan stijgt het aantal primaire NPS-cliënten tussen 2018 en 2023 van 12 naar 359. Tussen 2018 en 2023 is de bevolking van Nederland gegroeid. Om hier rekening mee te houden is ook gekeken naar het aantal cliënten per 100.000 inwoners. Per 100.000 inwoners van 15 jaar en ouder nam het aantal primaire NPS-cliënten toe tussen 2018 (0,08) en 2023 (2,5).

De stijging in het aantal NPS-cliënten is voornamelijk te wijten aan de toename van 3-MMC-problematiek. In 2018 waren er in de verslavingszorg nog geen cliënten in behandeling vanwege 3-MMC. Tussen 2022 en 2023 is dit aantal vertienvoudigd.

Mogelijk komt deze stijgende trend deels door een verbetering in het registreren van deze specifieke middelen bij de instellingen. Maar de stijging hangt ook samen met aanwijzingen uit andere onderzoeken voor een sterke toename in het gebruik van 3-MMC (uitgaansonderzoekgezondheidsincidentenmarktgegevens).

Hoe behandelt de verslavingszorg mensen met NPS-problematiek?

De verslavingszorg is onderdeel van de gezondheidszorg. De verslavingszorg helpt mensen die een stoornis hebben in drugs-, alcohol-, of medicatiegebruik, of een gokstoornis of een andere gedragsverslaving. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de behandeling van stoornissen in het gebruik van NPS. Om de behandeling van NPS in de klinische praktijk te verbeteren, bijvoorbeeld bij acute intoxicatie en afhankelijkheid, werd in 2015 in het Verenigd Koninkrijk de leidraad NEPTUNE (Novel Psychoactive Treatment: UK Network) ontwikkelt. De leidraad is bedoeld voor behandelaars die werkzaam zijn in diverse zorginstellingen, zoals de verslavingszorg, spoedeisende hulp, seksuele gezondheidszorg, eerstelijnszorg en geestelijke gezondheidszorg (GGZ) ​[3]​. De klinische behandeling van NPS-problematiek, inclusief afhankelijkheid, ontwenning en acute toxiciteit, lijkt over het algemeen vergelijkbaar met die voor de andere stofgroepen van meer gevestigde (illegale) drugs,(met uitzondering van synthetische cannabinoïden ​[4]​.

Het LADIS

De gegevens over het aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg voor NPS-problematiek zijn afkomstig van het Landelijk Alcohol en Drugs Informatiesysteem (LADIS). Verslavingszorginstellingen leveren gepseudonimiseerde gegevens over hun cliënten aan het LADIS. Tussen 2015 en 2022 konden er geen nieuwe gegevens worden verzameld in verband met een aanscherping van de privacywet. Per 1 juli 2022 is de aanvullende wettelijke grondslag geregeld voor het aanleveren van deze gegevens. Hierna kon de gegevensverzameling van het LADIS weer gestart worden. Vanaf 2023 zijn er weer verschillende rapportages van het LADIS verschenen ​[1]​. Gegevens van voor 2018 worden momenteel niet gerapporteerd, omdat deze oudere gegevens opnieuw zijn opgevraagd bij de instellingen en eventuele verschillen met de oude gegevens nog niet onderzocht zijn.

Gegevens over het aantal cliënten in behandeling kunnen informatie geven over (trends in) de hulpvraag en kunnen een indirecte indicator zijn voor trends in problematisch gebruik. Echter zoekt maar een deel van de probleemgebruikers hulp bij de verslavingszorg. Onderzoek laat zien dat mensen die professionele hulp zoeken vaak ernstigere problemen hebben dan mensen die dit (nog) niet doen. Ook hebben ze vaker last van andere bijkomende psychische problemen ​[5]​.

Beperkingen van het LADIS

Er zijn een aantal factoren die van invloed kunnen zijn op het aantal geregistreerde cliënten in de verslavingszorg. (Nog) niet alle verslavingszorginstellingen leveren gegevens aan het LADIS. De afgelopen jaren zijn er wel steeds meer instellingen bijgekomen. Omdat dit de trends kan beïnvloeden rapporteert het LADIS zowel de trends van alle deelnemende instellingen als uitsluitend van de instellingen die gedurende de gehele periode tussen 2018 en 2023 gegevens hebben aangeleverd. Mogelijk bereiken de instellingen die nog geen gegevens aanleveren een andere doelgroep dan de instellingen die wel gegevens aanleveren.

Bij sommige van de deelnemende instellingen is er sprake van onderregistratie. Ook leveren niet alle instellingen de gegevens over het type middel even specifiek aan. Zo gebruiken sommige instellingen nog verzamelcategorieën, zoals “opiaten” of “overige middelen”. Gegevens over specifieke middelen kunnen dus ‘verborgen’ zijn in deze verzamelcategorieën. Daarnaast kunnen mensen ook buiten de verslavingszorg hulp krijgen, bijvoorbeeld bij de reguliere GGZ, in de huisartsenpraktijk, bij vrijgevestigde psychologen of via anonieme eHealth. Tot slot lijkt er sprake van slechts een beperkte capaciteit in de verslavingszorg, zo is er in de afspraken met verzekeraars sprake van een behandelplafond. Wanneer het behandelplafond voortijdig wordt bereikt kunnen behandelingen niet meer worden gedeclareerd. Ook is er in de verslavingszorg een tekort aan personeel.

Er staan ook nog mensen met een hulpvraag op het gebied van middelenproblematiek op een wachtlijst voor hulp in de verslavingszorg. Hoeveel mensen dit precies zijn is niet bekend. De gemiddelde totale wachttijd (vanaf aanmelding tot start behandeling) voor een behandeling voor de diagnosegroep “Middelgerelateerd en verslaving” was volgens de NZA 15 weken in december 2023 ​[6]​.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Wisselink DJ, Van der Slink JB, Kerssies JP. LADIS: Kerncijfers Verslavingszorg 2018 – 2023. 2024. p. 1–85.
  2. 2.
    Vektis.nl. Factsheet GGZ [Internet]. Gepubliceerd op: 30-05-2024. Available from: https://www.vektis.nl/intelligence/publicaties/factsheet-ggz-2024
  3. 3.
    Bowden-Jones O, Abdulrahim D. Neptune clinical guidance: Guidance on the Clinical Management of Acute and Chronic Harms of Club Drugs and Novel Psychoactive Substances. 2015.
  4. 4.
    EMCDDA. New psychoactive substances: health and social responses [Internet]. European Monitoring Centre for Drugs an Drug Addiction; 2021. Available from: https://www.emcdda.europa.eu/publications/mini-guides/new-psychoactive-substances-health-and-social-responses_en
  5. 5.
    Van der Pol P, Liebregts N, De Graaf R, Korf DJ, Van den Brink W, Van Laar M. Facilitators and barriers in treatment seeking for cannabis dependence. Vol. 133, Drug and Alcohol Dependence. 2013. p. 776–80.
  6. 6.
    Zorgautoriteit N. Informatiekaart Wachttijden en aantal wachtplekken ggz 2023 – februari 2024 [Internet]. 2024. Available from: https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_760147_22/

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.