HomeLachgas13.2 Gebruik: volwassenen

13.2 Gebruik: volwassenen

13.2.1 Lachgasgebruik onder volwassenen

Hoeveel volwassenen gebruiken lachgas?

In het kort: In 2023 had 7,2% van de Nederlandse volwassenen van 18 jaar en ouder ooit lachgas gebruikt, 0,9% gebruikte in het laatste jaar lachgas en 0,2% deed dit in de laatste maand. Het gebruik van lachgas in het laatste jaar is het hoogst onder mannen, 18-29-jarigen, hoog- en middelbaar opgeleiden en volwassenen met een Europese en niet-Europese herkomst en volwassenen in (zeer) sterk stedelijke gebieden.

Minder dan 1% van de volwassenen gebruikte in het laatste jaar lachgas

In 2023 had 7,2% van de Nederlandse volwassenen van 18 jaar en ouder ooit lachgas gebruikt, 0,9% gebruikte in het laatste jaar lachgas en 0,2% deed dit in de laatste maand.

Meer mannen dan vrouwen gebruiken lachgas

Het percentage volwassenen dat in het laatste jaar lachgas heeft gebruikt is hoger onder mannen (1,2%) dan onder vrouwen (0,5%). Dit geldt ook voor het gebruik ooit in het leven.

Lachgasgebruik komt het meest voor onder jongvolwassenen

Het gebruik van lachgas is het hoogst onder jongvolwassenen, daarna neemt het gebruik af met de leeftijd. Ter illustratie: onder 18-29-jarigen heeft 3,5% in het laatste jaar lachgas gebruikt, tegenover 0,6% van de 30-49-jarigen en 0% van de 50-plussers. We zien voor het gebruik ooit in het leven een vergelijkbaar patroon.  

Lachgasgebruikers zijn gemiddeld 25,6 jaar oud

De gemiddelde leeftijd van de volwassenen die in het laatste jaar lachgas hebben gebruikt was 25,6 jaar (SD=6,5) in 2023. 

In de LSM-A 2022 is aan de laatste-jaar-gebruikers gevraagd hoe oud zij waren toen zij voor het eerst lachgas gebruikten. De gemiddelde startleeftijd was 21,6 jaar (SD=7,2).  

Lachgasgebruik komt het meest voor onder hoog- en middelbaar opgeleiden  

Het percentage volwassenen dat in het laatste jaar lachgas heeft gebruikt is hoger onder hoog- (1,1%) en middelbaar opgeleiden (0,9%) dan onder en laagopgeleiden (0,3%). Het gebruik ooit in het leven is het hoogst onder hoogopgeleiden en het laagst onder laagopgeleiden.

Lachgasgebruik komt het meest voor onder volwassenen met een Europese of niet-Europese herkomst

Het percentage volwassenen dat in het laatste jaar lachgas heeft gebruikt is hoger onder volwassenen met een Europese herkomst (excl. NL) (2,1%) en een niet-Europese herkomst (1,4%) dan onder volwassenen uit Nederland (0,6%). Voor het gebruik ooit in het leven zijn er geen verschillen tussen de herkomstgroepen.

Lachgasgebruik is het hoogst in (zeer) sterk stedelijke gebieden

Het percentage volwassenen dat in het laatste jaar lachgas heeft gebruikt is hoger onder volwassenen in (zeer) sterk stedelijke gebieden (1,2%) dan onder volwassenen in matig (0,6%) en weinig/niet stedelijke gebieden (0,3%), maar het verschil met matig stedelijke gebieden is niet statistisch significant. Het lachgasgebruik ooit in het leven is ook het hoogst in (zeer) sterk stedelijke gebieden. 

Er is geen verschil in lachgasgebruik onder werkenden en niet-werkenden 

Het percentage volwassenen dat in het laatste jaar lachgas heeft gebruikt verschilt niet tussen werkenden (1,4%) en niet-werkenden (2,0%). Dit blijkt uit aanvullende analyses die zijn gepubliceerd in een aparte infographic over middelengebruik en werk ​[1]​. Hiervoor zijn de gegevens gebruikt van de LSM-A Middelen van het peiljaar 2022.

Lachgasgebruik verschilt per regio

Uit de GGD Corona Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen (16-25 jaar) uit 2022 blijkt dat er regionale verschillen zijn in het gebruik van lachgas ​[2]​. Per GGD-regio varieert het percentage gebruikers in de laatste 4 weken van 8,7% (GGD-regio Groningen) tot 0,6% (GGD-regio Gelderland-Midden).

Bron: Corona Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2022, GGD’en en RIVM.

Landelijke cijfers

Landelijke cijfers over het gebruik van drugs worden verzameld in de Leefstijlmonitor. De Leefstijlmonitor bestaat uit meerdere bronnen.

De hoofdbron voor drugsgebruik onder volwassenen (18+) is de Gezondheidsenquête (GE). Dit is een vragenlijst waarmee we gegevens verzamelen over hoeveel mensen drugs gebruiken. De vragenlijst wordt ieder jaar herhaald. Het gebruik van lachgas wordt sinds 2018 op vergelijkbare wijze uitgevraagd in de vragenlijst van de GE.

Verdiepende gegevens over drugsgebruik komen uit de Aanvullende Module Middelen (LSM-A Middelen). De LSM-A Middelen is een aparte dieptestudie die sinds 2016 om de twee jaar wordt uitgevoerd. In deze vragenlijst worden ook de frequentie van gebruik en probleemgebruik, aankooplocaties, aan middelen gerelateerde gezondheidsproblemen en hulpzoekgedrag uitgevraagd.

De GE en LSM-A zijn twee losstaande onderzoeken. Beide onderzoeken zijn zoveel mogelijk vergelijkbaar opgezet. Maar er zijn wel verschillen tussen de twee onderzoeken, zoals de manier waarop de vragenlijst wordt afgenomen, steekproeftrekking en beloningen. Hierdoor kunnen sommige cijfers uit de GE verschillen van de cijfers uit de LSM-A. Lees daarover meer op deze pagina.

Het gebruik van lachgas ooit in het leven en in het laatste jaar kan worden uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, herkomst en stedelijkheid. Het aantal lachgasgebruikers in de laatste maand in de steekproef is te klein om nader uit te splitsen naar deze demografische kenmerken. Voor veranderingen over tijd kijken we alleen naar het gebruik in het laatste jaar. 

Regionale cijfers

Naast de landelijke cijfers uit de Leefstijlmonitor zijn er ook regionale cijfers over drugsgebruik beschikbaar uit de GGD Corona Gezondheidsmonitor jongvolwassenen uit 2022 ​[2]​. Deze cijfers zijn door de verschillen in de vraagstelling en leeftijdsgroep niet vergelijkbaar met de cijfers uit de GE of de LSM-A Middelen, maar geven wel een beeld van regionale verschillen in middelengebruik onder 16-25-jarigen.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Tuithof M, Blokland M, Sannen A. Alcohol, drugs, medicijnen (ADM) en werk. Werkend Nederland in 2022. Utrecht: Trimbos-instituut;
  2. 2.
    GGD’en en RIVM. Corona Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2022 [Internet]. 2023. Available from: https://www.vzinfo.nl/drugsgebruik/regionaal/jongvolwassenen

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.