Gegevensbronnen
Chronische GHB-problematiek wordt onder andere gezien en behandeld in de verslavingszorg en in de algemene ziekenhuizen. De Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ) bevat een schatting van het aantal klinische opnames met middelengebruik als hoofd- of nevendiagnose, maar GHB wordt daarbij niet apart geregistreerd. Zie bijlage B5 voor de meest recente gegevens over de middelen die worden geregistreerd. Het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) rapporteerde tot en met 2015 over de hulpvraag in de verslavingszorg. De acute hulpvraag wordt geregistreerd in de Monitor Drugsincidenten (MDI). Deze monitor beschrijft de aard en omvang van acute drugsgerelateerde gezondheidsincidenten bij patiënten die worden behandeld op de spoedeisende hulp (SEH) van een ziekenhuis, door de ambulance, door politieartsen, of op de EHBO van een grootschalig evenement. Daarnaast registreert het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) informatieverzoeken van artsen en andere medisch professionals over vermoede blootstellingen aan middelen.
9.6.1 Verslavingszorg
Behandelingen
De verslavingszorg is het onderdeel van de gezondheidszorg dat hulp biedt aan mensen die verslaafd zijn geraakt aan drugs, alcohol, medicijnen, gokken, of andere gedragsverslavingen.
- In 2013 is een practice-based behandelprotocol voor detoxificatie met medicinale GHB verschenen en onderzocht [1]. De terugval na detoxificatie is echter groot.
- Onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van baclofen (een spierverslapper voor behandeling van spierspasmen) bij de preventie van terugval [2–5].
- Meer in het algemeen valt de behandeling van problematisch GHB-gebruik onder de “Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines” [6]. Al met al concludeert de Multidisciplinaire richtlijn dat intoxicatie door GHB en onthoudingsverschijnselen door GHB-gebruik weliswaar bestreden kunnen worden, maar dat er nog geen specifieke psychologische behandeling kan worden aanbevolen vanwege een gebrek aan voldoende wetenschappelijke kennis hierover. Wel is inmiddels een handreiking ontwikkeld voor terugvalpreventie [7].
Aantal in de verslavingszorg
Verslavingszorginstellingen leverden tot en met 2015 gepseudonimiseerde gegevens over de hulpverlening aan via het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) [8]. De meest recente gegevens gaan daardoor over 2015 (zie in bijlage D: Cliënt LADIS). GHB werd pas vanaf 2007 als apart middel geregistreerd in het LADIS.
Let op: Tussen 2015 en 2022 zijn er geen nieuwe gegevens beschikbaar gekomen uit het LADIS (zie bijlage B6: LADIS), omdat deze niet meer verzameld konden worden in verband met een aanscherping van de privacywet. Per 1 juli 2022 is de aanvullende wettelijke grondslag (een wijziging van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)) geregeld voor het aanleveren van gegevens. Hierna kon de gegevensverzameling van het LADIS weer gestart worden. Begin 2023 is een tussenrapportage verschenen, waarin een voorlopig beeld werd geschetst van trends in de aard en omvang van de zorgvraag binnen de verslavingszorg. Hier werd geconstateerd dat de kwaliteit van de aanleveringen voor verbetering vatbaar was. Begin 2024 is een verbeterde versie van de Kerncijfers over de jaren 2017-2022 verschenen, waarin de eerdere cijfers zijn verrijkt met andere bronnen. Deze gegevens worden, na aanvullende analyses, later dit jaar verwerkt in de Nationale Drug Monitor.
- In 2015 werden 837 personen behandeld voor een primaire GHB-problematiek, ongeveer evenveel als in 2014 (zie onderstaand figuur). Dit is inclusief 17 personen in 2015 voor een primaire GBL-problematiek. De eerder gesignaleerde groei van het aantal hulpvragers vanaf 2007 lijkt zich vanaf 2012 te stabiliseren. Per 100.000 inwoners van 15 jaar en ouder steeg het aantal primaire GHB-cliënten van 0,4 in 2007 naar 6 in 2015. Het aandeel van GHB in de verslavingszorg bleef klein, maar steeg van 0,1% in 2007 naar 1% in 2015.
- GHB werd minder vaak als secundaire problematiek genoemd (zie onderstaand figuur). Het aantal secundaire GHB-cliënten steeg tussen 2007 en 2011 en schommelde tussen 2012 en 2015 rond een gemiddelde van 157 secundaire GHB-cliënten.
- Van de 837 primaire GHB-cliënten in 2015 stond er bij 502 cliënten (60%) ook een secundaire problematiek geregistreerd. De secundaire problematiek was er vooral met amfetamine en overige opwekkende middelen (35%), cocaïne of crack (22%), alcohol (15%), cannabis (12%), benzodiazepinen en sedativa (7%), ecstasy (3%), en nicotine (3%).
- In 2015 was ongeveer 1 van de 5 primaire GHB-cliënten (22%) een nieuwkomer. De overige 4 van de 5 primaire GHB-cliënten (78%) stonden al een keer eerder ingeschreven bij de verslavingszorg.
Figuur 9.6.1 Aantal cliënten bij de verslavingszorg met primaire of secundaire GHB-problematiek, vanaf 2007
Leeftijd, geslacht en opleidingsniveau
- Van de primaire GHB-cliënten in 2015 was een meerderheid van 68% man. Hoewel vrouwen in de minderheid waren, is 32% vrouwen een hoog aandeel vergeleken met andere middelen.
- De gemiddelde leeftijd van de primaire GHB-cliënten nam toe van 26 jaar in 2008 naar 30 jaar in 2015 (zie onderstaand figuur). Het aandeel van de cliënten van 25 jaar en ouder steeg in deze periode van 54% naar 77%. Ten dele zal dit het gevolg zijn geweest van de ouder wordende cliënten die, na een terugval, opnieuw voor een probleem met GHB hulp zoeken bij de verslavingszorg.
- De gemiddelde leeftijd waarop de GHB-cliënten voor het eerst GHB gingen gebruiken was 23 jaar in 2012. De gemiddelde startleeftijd was 22 jaar in 2010. Dit geeft aan dat de groep die bij de verslavingszorg terecht komt, niet steeds op jongere leeftijd is gaan gebruiken [9].
- In 2007 was de GHB-hulpvraag geconcentreerd in delen van Noord-Brabant en Friesland. In 2014 nam de hulpvraag in deze regio’s toe en verspreidde deze zich bovendien naar andere regio’s [10].
- GHB-hulpvragers keren vaak terug in de verslavingszorg en ook duurt hun behandeltraject vaak lang. Van de GHB-cliënten die tussen 2007 en 2009 in behandeling kwamen, had in 2012 meer dan de helft (57%) al meerdere behandeltrajecten doorlopen. Bij 4 van de 5 hulpvragers nam de behandeling meer dan een jaar in beslag [11]. In een vervolgonderzoek werd gekeken naar 596 primaire GHB-cliënten die tussen 2008 en 2011 hun eerste behandeltraject voor een GHB-verslaving waren gestart, en dit eerste traject uiterlijk in 2013 hadden afgerond [12]. Binnen deze periode had 42,8% van de GHB-cliënten al weer een nieuwe behandeling gestart, een hoger percentage dan bij de cocaïnecliënten (28,8%), de opiatencliënten (27,3%), de amfetaminecliënten (24,1%), de alcoholcliënten (21,3%), de cannabiscliënten (20,8%), de ecstasycliënten (18,2%), de gokcliënten (16,7%), en de medicijncliënten (15,8%).
- In 2015 had van de primaire GHB-cliënten 39% geen opleiding afgerond of een lagere opleiding afgerond, had 48% een middelbare opleiding afgerond en had 13% een hogere opleiding afgerond. Het percentage met geen opleiding of met een lagere opleiding lag ongeveer gelijk bij de alcoholcliënten (36%) en de ecstasycliënten (37%) en lag hoger bij de cannabiscliënten (44%), de cocaïnecliënten (48%), de amfetaminecliënten (49%) en de opiatencliënten (55%). (Voor de verklaring van lagere, middelbare en hogere opleiding, zie bijlage D onder: Cliënt LADIS.)
Figuur 9.6.2 Leeftijdsverdeling van de primaire GHB-cliënten bij de verslavingszorg, in 2008 en 2015
Intramurale detoxificatie
In 2013 is een practice-based behandelprotocol voor detoxificatie met medicinale GHB verschenen en onderzocht [1,13,14]. Het behandelprotocol is gebaseerd op de GHB-monitor van het Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction (NISPA). Het NISPA monitort cliënten in de verslavingszorg die een intramurale detoxificatie hebben ondergaan. Deze cliënten krijgen als eerste stap een gecontroleerde afbouw met medicinale GHB, om daarna definitief te stoppen met GHB-gebruik. Zes instellingen voor verslavingszorg participeren in deze monitor.
- In totaal werden 229 patiënten behandeld en gevolgd in het kader van dit onderzoek.
- Van deze groep patiënten was 31% vrouw en was de gemiddelde leeftijd 29 jaar. De meerderheid (97%) had de Nederlandse nationaliteit en de helft was wel eens in aanraking gekomen met politie en justitie.
- Ruim de helft had een lagere beroepsopleiding genoten en 30% had een uitkering op het moment van de behandeling. De meeste patiënten gebruikten ook andere middelen naast GHB, zoals alcohol, cannabis en stimulantia.
- Een deel van de GHB-cliënten kreeg GHB via een dealer (45%), een ander deel maakte de GHB zelf (30%); weer anderen lieten het maken door een vriend (18%) en de rest bestelde het via internet (3%).
- Meestal werd de GHB thuis gebruikt (67%) en minder vaak bij vrienden (16%) of in het uitgaansleven (5%). Dit verschilt sterk van de plaatsen waar het gebruik van GHB oorspronkelijk begonnen was: 39% thuis, 44% bij vrienden en 42% in het uitgaansleven. Ook gebruikte een meerderheid de GHB uiteindelijk alleen (70%), terwijl dit in het begin van het gebruik nog 32% was.
- Het willen vergeten van problemen was de meest genoemde reden voor het gebruik van GHB en slaapklachten werden door de meeste patiënten genoemd op het moment van hun opname.
- Opvallend veel patiënten hadden, naast hun GHB-verslaving, ook last van andere psychische klachten, zo scoorde 38% van de patiënten boven de drempelwaarde voor depressie, 52% voor angst en 38% voor stress. Vergeleken met een poliklinische groep is dit bovengemiddeld hoog. Bij een geselecteerde groep van 98 GHB-patiënten werden meerdere tests afgenomen [15]. In deze groep had 64% naast de GHB-verslaving nog minimaal één andere psychiatrische stoornis.
- Uiteindelijk is door een afbouwschema met medicinale GHB het ontgiften geslaagd bij 90% van alle patiënten, met een gemiddelde behandelingsduur van 11 dagen en een herstelperiode van nog eens 7 dagen. De terugval is groot. Er vond een follow-up plaats na drie maanden, waaraan 191 patiënten deelnamen. Van deze 191 patiënten bleek 71% alweer in behandeling te zijn voor GHB-gebruik. Een kwart van de 191 patiënten was zelfs direct weer teruggevallen, de rest had gemiddeld een GHB-vrije periode van ongeveer acht weken voordat ze weer terugvielen. Uit aanvullende interviews met 20 GHB-patiënten blijkt dat de hoge terugval met name te wijten is aan de als positief ervaren effecten van GHB [4,5]. Ook na hun detoxificatie zijn er patiënten die zeer positief naar GHB blijven kijken. Sommigen proberen opnieuw te gaan gebruiken zonder verslaafd te raken en zien ‘gecontroleerd gebruik’ als het doel van verdere behandeling.
Terugvalpreventie
- Vanwege de grote terugval na detoxificatie van GHB is het NISPA in 2014 een vervolgstudie gestart naar terugvalpreventie met baclofen. Dit middel is een spierverslapper die regulier gebruikt wordt bij mensen met multiple sclerose of spasticiteit, maar wordt ook ingezet bij alcohol terugvalpreventie, hoewel er nog geen hard bewijs voor deze toepassing is [16].
- Een experimentele behandelpilot bij 37 patiënten met ondersteuning door baclofen, na gecontroleerde afbouw met medicinale GHB, suggereert een mogelijk effect in de vorm van minder zucht naar GHB, minder onrust en minder angst- en stemmingsklachten en minder terugval [3,4].
- Voor een optimale behandeling is het gewenst dat de verslavingszorg de ketenzorg rondom de GHB-patiënten gaat organiseren. Een goede ketenzorg komt neer op “afstemming tussen de verschillende partners die betrokken zijn bij de zorgketen rond GHB-problematiek, zoals verslavingszorginstellingen, politie, ziekenhuizen en gemeenten” [17]. Met andere woorden, het is nodig dat er een “sluitend systeem om een persoon met een verslaving heen gemaakt kan worden, waarin alle benodigde of bij de persoon passende disciplines vertegenwoordigd zijn” [18]. Dit sluitend systeem wordt ook wel het “specialistisch casusoverleg” genoemd, met standaard een vertegenwoordiger van de verslavingszorg, de gemeente, en de politie [19].
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.De Weert-Van Oene GH, Schellekens AFA, Dijkstra BAG, Kamal R, De Jong CAJ. Detoxificatie van patiënten met GHB-afhankelijkheid. Vol. 55, Tijdschrift voor Psychiatrie. 2013. p. 885–890.
- 2.Beurmanjer H, Asperslag EM, Oliemeulen L, Goudriaan AE, De Jong CAJ, Schellekens ASA, et al. A Qualitative Approach in Understanding Illness Perception and Treatment Needs in Patients with Gamma Hydroxybutyrate Use Disorder. Vol. 25, European Addiction Research. 2019. p. 248–255.
- 3.Beurmanjer H, Kamal RM, De Jong CAJ, Dijkstra BAG, Schellekens AFA. Baclofen to Prevent Relapse in Gamma-Hydroxybutyrate (GHB)-Dependent Patients: A Multicentre, Open-Label, Non-Randomized, Controlled Trial [Internet]. CNS Drugs. Springer International Publishing; 2018. Available from: https://doi.org/10.1007/s40263-018-0516-6
- 4.Beurmanjer H, Verbrugge CAG, Schellekens AFA, De Jong CAJ, Dijkstra BAG. Behandeling van GHB afhankelijkheid na detoxificatie: Eindrapportage NISPA GHB monitor 2.0. Nijmegen: NISPA; 2016.
- 5.Beurmanjer H, Asperslag EM, Verbrugge CAG, Schellekens AFA, Oliemeulen LEAP, De Jong CAJ, et al. GHB afhankelijkheid: ziektepercepties en behandelingsbehoeftes. Nijmegen: NISPA Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction; 2016.
- 6.Hendriks V, Blanken P, Croes E, Schippers G, Schellekens A, Stollenga M, et al. Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines. Utrecht: Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz; 2018.
- 7.Joosten E, Hut M, Kiggen B. GHB-terugvalmanagement: Abstract GHB-congres 12 maart 2020: De zorg rondom GHB – Hoe geven wij die vorm? Nijmegen: NISPA; 2020.
- 8.Wisselink DJ, Kuijpers WGT, Mol A. Kerncijfers Verslavingszorg 2015. Houten: Stichting Informatievoorziening Zorg; 2016.
- 9.Wisselink DJ, Mol A. GHB hulpvraag in Nederland: Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012. Houten: Stichting IVZ; 2013.
- 10.Wisselink DJ, Kuijpers WGT, Mol A. Kerncijfers Verslavingszorg 2014 [Internet]. Houten: Stichting Informatievoorziening Zorg; 2015. Available from: http://www.ladis.eu/nl/over-ladis/kerncijfers
- 11.Mol T, Wisselink J, Kuijpers W, Dijkstra B. GHB: recidive op eenzame hoogte. Vol. 10, Verslaving. 2014. p. 69–79.
- 12.Van Noorden MS, Mol T, Wisselink J, Kuijpers W, Dijkstra BAG. Treatment consumption and treatment re-enrollment in GHB-dependent patients in The Netherlands [Internet]. Vol. 176, Drug and Alcohol Dependence. Elsevier; 2017. p. 96–101. Available from: http://dx.doi.org/10.1016/j.drugalcdep.2017.02.026
- 13.Dijkstra BAG, Kamal R, Van Noorden MS, De Haan H, Loonen AJM, De Jong CAJ. Detoxification with titration and tapering in gamma-hydroxybutyrate (GHB) dependent patients: The Dutch GHB monitor project [Internet]. Vol. 170, Drug and Alcohol Dependence. Elsevier Ireland Ltd; 2017. p. 164–173. Available from: http://dx.doi.org/10.1016/j.drugalcdep.2016.11.014
- 14.Dijkstra B, Van Oort M, Schellekens A, De Haan H, De Jong C. Richtlijn detoxificatie van psychoactieve middelen: Verantwoord ambulant of intramuraal detoxificeren. Amersfoort: Stichting Resultaten Scoren; 2017.
- 15.Kamal RM, Dijkstra BAG, De Weert-Van Oene GH, Van Duren JAM, De Jong CAJ. Psychiatric comorbidity, psychological distress, and quality of life in gamma-hydroxybutyrate-dependent patients [Internet]. Vol. 36, Journal of Addictive Diseases. 2017. p. 72–79. Available from: https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/10550887.2016.1214000
- 16.Liu J, Wang LN. Baclofen for alcohol withdrawal. Cochrane Database Syst Rev. 2015. p. CD008502.
- 17.Otte RA, Verbrugge CAG, Dijkstra BAG. Aanbevelingen voor ketenzorg bij GHB-gerelateerde problemen. Nijmegen: NISPA; 2016.
- 18.Nijkamp L, Lemmers L. Bezieling en bereikbaarheid: De aanpak van drugsproblematiek en GHB-problematiek in het bijzonder in de gemeente Twenterand. Utrecht: Trimbos-instituut; 2018.
- 19.Nijkamp L. Bezieling en bereikbaarheid: Samen werken aan een leven zonder GHB: Een handreiking voor Nederlandse gemeenten ten behoeve van de aanpak van GHB-problematiek. Utrecht: Trimbos-instituut; 2019.
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.