HomeEcstasy (MDMA)6.6 Hulpvraag en incidenten

6.6 Hulpvraag en incidenten

6.6.1 Verslavingszorg

In het kort: Ecstasy komt als primaire problematiek weinig voor in de verslavingszorg. In 2023 ging het om 137 personen, dat is minder dan 1% van het totaal aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg voor drugsproblematiek. Ecstasycliënten zijn vaak man (73%) en relatief jong, de helft is onder de 25 jaar. Ecstasycliënten zijn vaker nieuwkomers in de verslavingszorg dan cliënten met andere middelenproblematiek. Ecstasy komt vaker voor als secundaire problematiek dan als primaire problematiek, met 522 cliënten in 2023. In de periode 2018-2023 is het aantal cliënten met ecstasyproblematiek in de verslavingszorg stabiel laag.

Hoeveel mensen worden behandeld in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek?

Relatief weinig mensen  in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek

In 2023 werden volgens het LADIS 137 mensen behandeld in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek ​[1]​. Dit komt neer op minder 1% van het totaal aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg voor drugsproblematiek. Ecstasy (MDMA) is na cannabis de meest gebruikte drug. Gegeven het percentage gebruikers is het aantal mensen in behandeling voor ecstasyproblematiek relatief laag (Zie: Gebruik volwassenen). Het gaat hierbij alleen om mensen bij wie de ecstasyproblematiek staat geregistreerd als de enige of de belangrijkste reden voor de behandeling. We noemen dit ook wel ‘primaire’ ecstasycliënten.

Niet alle verslavingszorg instellingen leveren gegevens aan het LADIS, het genoemde aantal is dus mogelijk een onderschatting van het totaal aantal cliënten in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek. Volgens een ruwe schatting beslaat het LADIS 70% van de cliënten in behandeling voor verslavingsproblematiek ​[2]​.

Driekwart van de ecstasycliënten is man

In 2023 was het grootste deel van de cliënten in behandeling in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek man (73%), ongeveer één op de vier was vrouw (27%). In de algemene bevolking gebruiken mannen ook vaker ecstasy dan vrouwen, hoewel het verschil minder groot is (zie: Gebruik: Volwassenen).

De helft van de ecstasycliënten is onder de 25 jaar

Ecstasycliënten zijn relatief jong. In 2023 was de helft (50%) van de cliënten in behandeling voor primaire ecstasyproblematiek onder 25 jaar. De gemiddelde leeftijd van de ecstasycliënten was 28 jaar.

Twee derde van de ecstasycliënten is al eerder behandeld in de verslavingszorg

In 2023 was een derde van de primaire ecstasycliënten (36%) voor het eerst in behandeling in de verslavingszorg. Het merendeel van de cliënten (64%) werd al eens eerder behandeld in de verslavingszorg. Vergeleken met veel andere middelen zijn de ecstasycliënten relatief vaak nieuwkomers in de verslavingszorg. Ter vergelijking, voor alle cliënten samengenomen betrof het in 2023 voor 26% een eerste behandeling in de verslavingszorg.

Twee derde van de ecstasycliënten heeft ook andere middelenproblematiek

In 2023 had 69% van de primaire ecstasycliënten ook nog andere verslavingsproblematiek. We noemen dit ook wel secundaire problematiek. Onder primaire ecstasycliënten is alcohol de meest voorkomende secundaire problematiek (26% van alle primaire ecstasycliënten), gevolgd door overige middelen (13%) en cannabis (12%).

Mogelijk hebben de ecstasycliënten in de verslavingszorg ook nog andere psychische problemen dan verslaving. Het LADIS verzamelt hier echter niet systematisch gegevens over.

Ecstasy komt vaker voor als secundaire dan als primaire problematiek

Ecstasy kan ook voorkomen als secundaire problematiek bij cliënten die voor andere verslavingsproblematiek in behandeling zijn. In totaal ging het in 2023 om 522 secundaire ecstasycliënten. Voor cliënten met ecstasy als secundaire problematiek was het meest voorkomende primaire middel alcohol (35%), daarna volgden cannabis (24%) en cocaïne (15%).

Is het aantal mensen dat wordt behandeld in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek veranderd?

Aantal ecstasycliënten stabiel laag tussen 2018 en 2023

Tussen 2018 en 2023 nam het aantal cliënten in behandeling voor primaire ecstasyproblematiek toe van 97 naar 137 cliënten, wat nog steeds relatief erg laag is. Vanwege het zeer lage aantal cliënten kan het hier ook gaan om verschillen op basis van toeval. Ten opzichte van het voorgaande jaar (147 in 2022) is het aantal ecstasycliënten ongeveer gelijk gebleven. In de loop van de jaren zijn er steeds meer instellingen bijgekomen die gegevens aanleveren aan het LADIS. Als we alleen kijken naar de instellingen die gedurende de gehele periode tussen 2018 en 2023 gegevens hebben aangeleverd (de constante instellingen), dan bleef het aantal ecstasycliënten ook laag gedurende de gehele periode.

Tussen 2018 en 2023 is de bevolking van Nederland gegroeid. Om hier rekening mee te houden is ook gekeken naar het aantal cliënten per 100.000 inwoners. Per 100.000 inwoners van 15 jaar en ouder bleef het aantal primaire ecstasycliënten ongeveer gelijk tussen 2018 (0,7) en 2023 (0,8). Voor deze berekeningen zijn de gegevens van de constante instellingen meegenomen. 

Ook het aandeel ecstasycliënten binnen de verslavingszorg bleef stabiel onder de 1%.

Het aantal secundaire ecstasycliënten bleef ongeveer gelijk tussen 2018 en 2023

Het aantal cliënten bij wie ecstasyproblematiek speelde als secundaire problematiek is in de periode 2018-2023 ongeveer gelijk gebleven en lag steeds ongeveer rond de 500. Alleen in 2018 lag het iets lager, met 461 cliënten. Gekeken naar alleen de constante instellingen is een vergelijkbaar patroon te zien.

Aandeel jonge ecstasycliënten lijkt tussen 2018 en 2023 toegenomen

Tussen 2018 en 2023 is het aandeel jonge cliënten met primaire ecstasyproblematiek toegenomen. In 2018 waren 37% van de cliënten in behandeling voor ecstasyproblematiek onder de 25. In 2023 was dit percentage toegenomen naar 50%. Ook de gemiddelde leeftijd daalde van 31 naar 28. Vanwege de lage aantallen kunnen deze verschillen op basis van toeval zijn ontstaan.  

Het aandeel mannen onder cliënten met primaire ecstasyproblematiek schommelde tussen 2018 en 2023 tussen de 63% en 80%.  

Hoe behandelt de verslavingszorg mensen met ecstasyproblematiek?

De verslavingszorg is onderdeel van de gezondheidszorg. De verslavingszorg helpt mensen die een stoornis hebben in drugs-, alcohol-, of medicatiegebruik, of een gokstoornis of een andere gedragsverslaving. De behandeling van stoornissen in het gebruik van ecstasy is gebaseerd op de ‘Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines’ ​[3]​.

Vanuit de richtlijn komt naar voren dat er wegens gebrek aan wetenschappelijke, professionele en ervaringskennis geen aanbevelingen gedaan kunnen worden voor een psychologische of medicinale behandeling van (frequente) ecstasygebruikers of van patiënten met een stoornis in het gebruik van ecstasy.

Het LADIS

De gegevens over het aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek zijn afkomstig van het Landelijk Alcohol en Drugs Informatiesysteem (LADIS). Verslavingszorginstellingen leveren gepseudonimiseerde gegevens over hun cliënten aan het LADIS. Tussen 2015 en 2022 konden er geen nieuwe gegevens worden verzameld in verband met een aanscherping van de privacywet. Per 1 juli 2022 is de aanvullende wettelijke grondslag geregeld voor het aanleveren van deze gegevens. Hierna kon de gegevensverzameling van het LADIS weer gestart worden. Vanaf 2023 zijn er weer verschillende rapportages van het LADIS verschenen ​[1]​. Gegevens van voor 2018 worden momenteel niet gerapporteerd, omdat deze oudere gegevens opnieuw zijn opgevraagd bij de instellingen en eventuele verschillen met de oude gegevens nog niet onderzocht zijn.

Gegevens over het aantal cliënten in behandeling kunnen informatie geven over (trends in) de hulpvraag en kunnen een indirecte indicator zijn voor trends in problematisch gebruik. Echter zoekt maar een deel van de probleemgebruikers hulp bij de verslavingszorg. Onderzoek laat zien dat mensen die professionele hulp zoeken vaak ernstigere problemen hebben dan mensen die dit (nog) niet doen. Ook hebben ze vaker last van andere bijkomende psychische problemen ​[4,5]​.

Beperkingen van het LADIS

Er zijn een aantal factoren die van invloed kunnen zijn op het aantal geregistreerde cliënten in de verslavingszorg. (Nog) niet alle verslavingszorginstellingen leveren gegevens aan het LADIS. De afgelopen jaren zijn er wel steeds meer instellingen bijgekomen. Omdat dit de trends kan beïnvloeden rapporteert het LADIS zowel de trends van alle deelnemende instellingen als uitsluitend van de instellingen die gedurende de gehele periode tussen 2018 en 2023 gegevens hebben aangeleverd. Mogelijk bereiken de instellingen die nog geen gegevens aanleveren een andere doelgroep dan de instellingen die wel gegevens aanleveren.

Bij sommige van de deelnemende instellingen is er sprake van onderregistratie. Ook leveren niet alle instellingen de gegevens over het type middel even specifiek aan. Zo gebruiken sommige instellingen nog verzamelcategorieën, zoals “opiaten” of “overige middelen”. Gegevens over specifieke middelen kunnen dus ‘verborgen’ zijn in deze verzamelcategorieën. Daarnaast kunnen mensen ook buiten de verslavingszorg hulp krijgen, bijvoorbeeld bij de reguliere GGZ, in de huisartsenpraktijk, bij vrijgevestigde psychologen of via anonieme eHealth. Tot slot lijkt er sprake van slechts een beperkte capaciteit in de verslavingszorg, zo is er in de afspraken met verzekeraars sprake van een behandelplafond. Wanneer het behandelplafond voortijdig wordt bereikt kunnen behandelingen niet meer worden gedeclareerd. Ook is er in de verslavingszorg een tekort aan personeel.

Er staan ook nog mensen met een hulpvraag op het gebied van middelenproblematiek op een wachtlijst voor hulp in de verslavingszorg. Hoeveel mensen dit precies zijn is niet bekend. De gemiddelde totale wachttijd (vanaf aanmelding tot start behandeling) voor een behandeling voor de diagnosegroep “Middelgerelateerd en verslaving” was volgens de NZA 15 weken in december 2023 ​[6]​.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Wisselink DJ, Van der Slink JB, Kerssies JP. LADIS: Kerncijfers Verslavingszorg 2018 – 2023. 2024. p. 1–85.
  2. 2.
    Vektis.nl. Factsheet GGZ [Internet]. Gepubliceerd op: 30-05-2024. Available from: https://www.vektis.nl/intelligence/publicaties/factsheet-ggz-2024
  3. 3.
    Hendriks V, Blanken P, Croes E, Schippers G, Schellekens A, Stollenga M, et al. Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines. Utrecht: Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz; 2018.
  4. 4.
    Van der Pol P, Liebregts N, De Graaf R, Korf DJ, Van den Brink W, Van Laar M. Facilitators and barriers in treatment seeking for cannabis dependence. Vol. 133, Drug and Alcohol Dependence. 2013. p. 776–80.
  5. 5.
    Tuithof M. Drinking Distilled: onset, course and treatment of alcohol use disorders in the general population. Amsterdam: Univeristeit van Amsterdam; 2015.
  6. 6.
    Zorgautoriteit N. Informatiekaart Wachttijden en aantal wachtplekken ggz 2023 – februari 2024 [Internet]. 2024. Available from: https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_760147_22/

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.