HomeAmfetamine7.6 Hulpvraag en incidenten

7.6 Hulpvraag en incidenten

7.6.1 Verslavingszorg 

In het kort:  In 2023 werden bijna 2.000 mensen behandeld in de verslavingszorg voor primaire amfetamineproblematiek, dat is 6% van het totale aantal mensen in behadeling in de verslavingszorg voor drugsproblematiek. Het merendeel van de cliënten met primaire amfetamineproblematiek is man en tussen de 25 en 55 jaar oud. Daarnaast hebben nog eens bijna 1.000 mensen amfetamineproblematiek als secundaire problematiek. Het aantal cliënten met primaire en secundaire amfetamineproblematiek is in de periode 2018-2023 gestegen, maar het aandeel amfetaminecliënten in de verslavingszorg (ten opzichte van andere middelen) bleef ongeveer gelijk.

Hoeveel mensen worden behandeld in de verslavingszorg voor amfetamineproblematiek?

In 2023 werden bijna 2.000 mensen behandeld in de verslavingszorg voor primaire amfetamineproblematiek

In 2023 werden volgens het LADIS 1.859 mensen behandeld in de verslavingszorg voor amfetamineproblematiek (waarvan 98% voor amfetamine en 2% voor methamfetamine) ​[1]​. Dat is 3% van het totaal aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg (inclusief gedragsverslavingen en alcohol) en 6% van het totaal aantal mensen in behandeling voor drugsproblematiek in de verslavingszorg. Het gaat hierbij alleen om mensen bij wie de amfetamineproblematiek staat geregistreerd als de enige of de belangrijkste reden voor de behandeling. We noemen dit ook wel ‘primaire’ amfetaminecliënten.

Niet alle verslavingszorg instellingen leveren gegevens aan het LADIS, het genoemde aantal is dus een onderschatting van het totaal aantal cliënten in de verslavingszorg voor amfetamineproblematiek. Volgens een ruwe schatting beslaat het LADIS 70% van de cliënten in behandeling voor verslavingsproblematiek ​[2]​.

Driekwart van de primaire amfetaminecliënten is man

In 2023 was het merendeel van de cliënten met primaire amfetamineproblematiek man (76%). Ongeveer een kwart (24%) van de cliënten met primaire amfetamineproblematiek was vrouw.

Het merendeel van de amfetaminecliënten is tussen de 25 en 55 jaar oud

De meeste cliënten met amfetamineproblematiek (78%) waren tussen de 25 en 55 jaar oud. Het grootste aantal amfetaminecliënten viel in de leeftijdsgroep 30 t/m 34 jaar. In 2023 was de gemiddelde leeftijd van de primaire amfetaminecliënten 34 jaar.

Driekwart van de amfetaminecliënten is al eens eerder behandeld in de verslavingszorg

Driekwart van de cliënten met primaire amfetamineproblematiek zijn al eens eerder behandeld in de verslavingszorg (78%).  Voor een kwart van de amfetaminecliënten (22%) ging het in 2023 om een eerste aanmelding in de verslavingszorg.

Meer dan de helft van de amfetaminecliënten heeft ook nog andere middelenproblematiek

In 2023 had 57% van de cliënten met primaire amfetamineproblematiek ook nog andere verslavingsproblematiek. We noemen dit ook wel secundaire problematiek. Onder primaire amfetaminecliënten kwam secundaire alcoholproblematiek het meeste voor (18% van alle primaire amfetaminecliënten), gevolgd door ‘overige middelen’ (11%) en cannabis (10%). De verzamelcategorie ‘overige middelen’ kan verwijzen naar minder voorkomende middelen zoals ketamine of NPS, maar het kan hier ook om bijvoorbeeld een nicotineverslaving gaan.  

Mogelijk hebben de amfetaminecliënten in de verslavingszorg ook nog andere psychische problemen dan verslaving. Het LADIS verzamelt hier echter niet systematisch gegevens over.

Amfetamine komt als secundaire problematiek het vaakst voor bij alcoholcliënten

Amfetamine kan ook voorkomen als secundaire problematiek bij cliënten die voor andere verslavingsproblematiek in behandeling zijn. In totaal ging het in 2023 om 950 secundaire amfetaminecliënten. Voor cliënten met amfetamine als secundaire problematiek was het meest voorkomende primaire middel alcohol (35%) en daarop volgend cannabis (20%). Ook bij cliënten met cocaïne- (13%) en GHB-problematiek (12%) kwam amfetamine als secundaire problematiek relatief vaak voor.

Is het aantal mensen dat wordt behandeld in de verslavingszorg voor amfetamineproblematiek veranderd?

Lichte toename in cliënten met primaire amfetamineproblematiek lijkt verklaard door bevolkingsgroei

Tussen 2018 en 2023 is het aantal cliënten in behandeling voor primaire amfetamineproblematiek gestegen, van 1.566 naar 1.859 cliënten. Deze stijging vond voornamelijk plaats tussen 2018 en 2021. In de loop van de jaren zijn er steeds meer instellingen bijgekomen die gegevens aanleveren aan het LADIS. Als we alleen kijken naar de instellingen die gedurende de gehele periode tussen 2018 en 2023 gegevens hebben aangeleverd (de constante instellingen), dan is er echter nog steeds sprake van een lichte stijging in het aantal cliënten met amfetamineproblematiek, van 1.566 naar 1.799.

Tussen 2018 en 2023 is de bevolking van Nederland gegroeid. Om hier rekening mee te houden is ook gekeken naar het aantal cliënten per 100.000 inwoners. Per 100.000 inwoners van 15 jaar en ouder bleef ongeveer gelijk tussen 2018 (10,9) en 2023 (11,9). Voor deze berekeningen zijn de gegevens van de constante instellingen meegenomen. 

Het aandeel amfetaminecliënten in de verslavingszorg bleef in de periode 2018-2023 gelijk

Het aandeel cliënten met primaire amfetamineproblematiek onder alle cliënten in de verslavingszorg bleef gelijk in de periode 2018-2023 op 3%. Het aandeel van de amfetaminecliënten onder alle cliënten in behandeling voor drugs nam licht toe van 5% naar 6%. Voor deze berekeningen zijn de gegevens van alle deelnemende instellingen meegenomen. 

Het aantal secundaire amfetaminecliënten nam in de periode 2018-2023 licht toe

Het aantal cliënten bij wie amfetamineproblematiek speelde als secundaire problematiek is in de periode 2018-2023 licht gestegen, van 833 naar 950 cliënten. Er zijn geen duidelijke verschillen in aantallen tussen de instellingen die gedurende alle jaren data aanleverden en alle deelnemende instellingen.

Geen duidelijke veranderingen in man/vrouw-verdeling of leeftijd in de periode 2018-2023

In de periode 2018-2023 waren er weinig veranderingen in de man/vrouw verdeling of de leeftijd van de amfetaminecliënten. Het aandeel mannen, de gemiddelde leeftijd en de verdeling over de verschillende leeftijdscategorieën bleef grotendeels gelijk.

Hoe behandelt de verslavingszorg mensen met amfetamineproblematiek?

De verslavingszorg is onderdeel van de gezondheidszorg. De verslavingszorg helpt mensen die een stoornis hebben in drugs-, alcohol-, of medicatiegebruik, of een gokstoornis of een andere gedragsverslaving. De behandeling van stoornissen in het gebruik van amfetamine is gebaseerd op de ‘Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines’ ​[3]​.

In de behandeling van volwassenen met een stoornis in het gebruik van amfetamine staat een psychologische behandeling met cognitieve gedragstherapie en (bij voorkeur intensieve) motiverende gespreksvoering voorop. Het toevoegen van Contingency Management aan de behandeling kan de resultaten verbeteren en motiverende gespreksvoering heeft een rol bij terugvalpreventie. Ook zelfhulp kan worden ingezet. Er is nog geen bewijs voor een effectieve farmacologische behandeling ​[3]​.

Het LADIS

De gegevens over het aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg voor amfetamineproblematiek zijn afkomstig van het Landelijk Alcohol en Drugs Informatiesysteem (LADIS). Verslavingszorginstellingen leveren gepseudonimiseerde gegevens over hun cliënten aan het LADIS. Tussen 2015 en 2022 konden er geen nieuwe gegevens worden verzameld in verband met een aanscherping van de privacywet. Per 1 juli 2022 is de aanvullende wettelijke grondslag geregeld voor het aanleveren van deze gegevens. Hierna kon de gegevensverzameling van het LADIS weer gestart worden. Vanaf 2023 zijn er weer verschillende rapportages van het LADIS verschenen ​[1]​. Gegevens van voor 2018 worden momenteel niet gerapporteerd, omdat deze oudere gegevens opnieuw zijn opgevraagd bij de instellingen en eventuele verschillen met de oude gegevens nog niet onderzocht zijn.

Gegevens over het aantal cliënten in behandeling kunnen informatie geven over (trends in) de hulpvraag en kunnen een indirecte indicator zijn voor trends in problematisch gebruik. Echter zoekt maar een deel van de probleemgebruikers hulp bij de verslavingszorg. Onderzoek laat zien dat mensen die professionele hulp zoeken vaak ernstigere problemen hebben dan mensen die dit (nog) niet doen. Ook hebben ze vaker last van andere bijkomende psychische problemen ​[4,5]​.

Beperkingen van het LADIS

Er zijn een aantal factoren die van invloed kunnen zijn op het aantal geregistreerde cliënten in de verslavingszorg. (Nog) niet alle verslavingszorginstellingen leveren gegevens aan het LADIS. De afgelopen jaren zijn er wel steeds meer instellingen bijgekomen. Omdat dit de trends kan beïnvloeden rapporteert het LADIS zowel de trends van alle deelnemende instellingen als uitsluitend van de instellingen die gedurende de gehele periode tussen 2018 en 2023 gegevens hebben aangeleverd. Mogelijk bereiken de instellingen die nog geen gegevens aanleveren een andere doelgroep dan de instellingen die wel gegevens aanleveren.

Bij sommige van de deelnemende instellingen is er sprake van onderregistratie. Ook leveren niet alle instellingen de gegevens over het type middel even specifiek aan. Zo gebruiken sommige instellingen nog verzamelcategorieën, zoals “opiaten” of “overige middelen”. Gegevens over specifieke middelen kunnen dus ‘verborgen’ zijn in deze verzamelcategorieën. Daarnaast kunnen mensen ook buiten de verslavingszorg hulp krijgen, bijvoorbeeld bij de reguliere GGZ, in de huisartsenpraktijk, bij vrijgevestigde psychologen of via anonieme eHealth. Tot slot lijkt er sprake van slechts een beperkte capaciteit in de verslavingszorg, zo is er in de afspraken met verzekeraars sprake van een behandelplafond. Wanneer het behandelplafond voortijdig wordt bereikt kunnen behandelingen niet meer worden gedeclareerd. Ook is er in de verslavingszorg een tekort aan personeel.

Er staan ook nog mensen met een hulpvraag op het gebied van middelenproblematiek op een wachtlijst voor hulp in de verslavingszorg. Hoeveel mensen dit precies zijn is niet bekend. De gemiddelde totale wachttijd (vanaf aanmelding tot start behandeling) voor een behandeling voor de diagnosegroep “Middelgerelateerd en verslaving” was volgens de NZA 15 weken in december 2023 ​[6]​.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Wisselink DJ, Van der Slink JB, Kerssies JP. LADIS: Kerncijfers Verslavingszorg 2018 – 2023. 2024. p. 1–85.
  2. 2.
    Vektis.nl. Factsheet GGZ [Internet]. Gepubliceerd op: 30-05-2024. Available from: https://www.vektis.nl/intelligence/publicaties/factsheet-ggz-2024
  3. 3.
    Hendriks V, Blanken P, Croes E, Schippers G, Schellekens A, Stollenga M, et al. Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines. Utrecht: Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz; 2018.
  4. 4.
    Van der Pol P, Liebregts N, De Graaf R, Korf DJ, Van den Brink W, Van Laar M. Facilitators and barriers in treatment seeking for cannabis dependence. Vol. 133, Drug and Alcohol Dependence. 2013. p. 776–80.
  5. 5.
    Tuithof M. Drinking Distilled: onset, course and treatment of alcohol use disorders in the general population. Amsterdam: Univeristeit van Amsterdam; 2015.
  6. 6.
    Zorgautoriteit N. Informatiekaart Wachttijden en aantal wachtplekken ggz 2023 – februari 2024 [Internet]. 2024. Available from: https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_760147_22/

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.