HomeAlcohol11.3.5 Gebruikspatronen en locaties van alcoholgebruik en wijze van verkrijgen

11.3.5 Gebruikspatronen en locaties van alcoholgebruik en wijze van verkrijgen

Wat zijn de patronen en locaties van alcoholgebruik onder scholieren en hoe komen zij aan alcohol?

In het kort: Scholieren van het regulier voortgezet onderwijs (12-16 jaar) die in de laatste maand hebben gedronken, drinken meestal in het weekend alcohol. Ruim een op de drie drinkende scholieren heeft in de laatste maand ingedronken (het drinken voor het uitgaan). Meestal wordt alcohol door scholieren bij anderen thuis gedronken, gevolgd door een hok, schuur of keet, of thuis. Alcohol wordt meestal gekregen van vrienden.

Scholieren drinken meestal in het weekend alcohol

Onder de 12-16-jarige scholieren van het regulier voortgezet onderwijs die in de laatste maand alcohol hebben gedronken, vindt het grootste deel van het alcoholgebruik in het weekend plaats. Leerlingen die in de laatste maand alcohol gedronken hebben, drinken gemiddeld 6,4 glazen in het weekend. Het totale weekgemiddelde is 7 glazen.

Het totale aantal glazen alcohol dat in het weekend wordt gedronken, neemt toe met de leeftijd. Ter illustratie: van de 12-jarigen die in de laatste maand hebben gedronken, drinkt een derde (32,9%) in het weekend 1 tot 4 glazen en minder dan één op de tien (8,8%) drinkt 5 glazen of meer. Onder 16-jarigen drinkt een kwart (24,7%) 1 tot 4 glazen en bijna één op de zes (58,0%) drinkt 5 glazen of meer.

Vwo-leerlingen die alcohol drinken, drinker over het algemeen minder glazen dan vmbo-b/k leerlingen die alcohol drinken.

Ruim een op de drie drinkende scholieren heeft in de laatste maand ingedronken

Van de leerlingen die in de laatste maand alcohol hebben gedronken, heeft ruim een derde (35,9%) in de laatste maand ingedronken (het drinken van alcohol voor het uitgaan). Dit percentage is hoger onder meisjes (39,6%) dan onder jongens (32,3%).

Indrinken neemt toe met de leeftijd. Ter illustratie: van de 12-jarige drinkers heeft 14,8% in de laatste maand ingedronken, tegenover 49,2% van de 16-jarigen.

Tijdens het indrinken worden gemiddeld 4,3 glazen gedronken. Jongens drinken meer glazen (4,8 glazen) bij het indrinken dan meisjes (3,9 glazen).

Alcohol wordt meestal bij anderen thuis gedronken

Van de leerlingen die in de laatste maand alcohol hebben gedronken, vindt alcoholgebruik meestal plaats bij anderen thuis (21,6%). Daarna volgen een hok, schuur of keet (27,9%), of thuis (21,6%).

De locaties waar alcohol wordt gedronken, verschillen tussen jongens en meisjes. Alle locaties worden wat vaker genoemd door jongens dan door meisjes. Met name het percentage jongens dat ten minste maandelijks thuis (24,1%), bij anderen thuis (40,8%), in een sportkantine (8,4%) of op school (1,9%) drinkt is hoger dan onder meisjes (respectievelijk 18,5%, 35,5%, 2,9% en 0,7%).

Vergeleken met de vorige meting in 2019 is in 2023 het percentage leerlingen dat ten minste maandelijks alcohol drinkt in een club, café of discotheek afgenomen van 29,3% naar 17,7%. Er zijn geen opvallende verschillen tussen 2019 en 2023 voor de andere locaties.

Alcohol wordt meestal gekregen van vrienden

Van de scholieren die in de laatste maand alcohol hebben gedronken, heeft een derde (33,3%) de alcohol meestal gekregen van vrienden. Een kwart (25,1%) van de drinkende scholieren krijgt meestal alcohol van zijn of haar ouders en 7,0% koopt zelf zijn of haar alcohol.

Het percentage meisjes dat alcohol van vrienden krijgt (37,8%) is hoger dan het percentage jongens dat alcohol van vrienden krijgt (29,0%).

Vergeleken met de vorige meting in 2019 is in 2023 het percentage leerlingen dat alcohol van vrienden krijgt afgenomen van 37,5% naar 33,3%. Er zijn geen opvallende verschillen tussen 2019 en 2023 voor de andere manieren van verkrijgen. 

Kerncijfers jongeren: Leefstijlmonitor

Cijfers over middelengebruik worden gerapporteerd op de website ScholierenMonitor. De cijfers zijn afkomstig uit het Peilstationsonderzoek dat elke vier jaar wordt herhaald. Daarnaast zijn voor een aantal kerngegevens cijfers gebruikt van het HBSC-onderzoek uit 2017 en 2021. Beide onderzoeken zijn onderdeel van de Leefstijlmonitor en leveren landelijk representatieve cijfers voor 12-16-jarige scholieren van het regulier voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo). De HBSC-studie en het Peilstationsonderzoek wisselen elkaar om de twee jaar af. Sinds 2017 worden de onderzoeksmethoden en analyses van beide studies zo goed mogelijk op elkaar afgestemd, waardoor we de kerncijfers over de jaren heen goed met elkaar kunnen vergelijken. Deze kerncijfers worden daarnaast om de vier jaar aangevuld met verdiepende gegevens over middelengebruik die zijn uitgevraagd in het Peilstationsonderzoek. De meest recente cijfers komen uit het Peilstationsonderzoek uit 2023 ​[1]​.

Hoe is het Peilstationsonderzoek onderzoek uitgevoerd?

De gegevens zijn verzameld met behulp van een anonieme vragenlijst (sinds 2015 digitaal). De vragenlijst is klassikaal afgenomen. In totaal deden 6.974 scholieren (12 t/m 16 jaar) uit alle leerjaren van het vmbo, havo en vwo mee.

Methodewijzigingen 2023

In 2023 is de dataverzameling van het Peilstationsonderzoek in het voortgezet onderwijs op enkele onderdelen anders uitgevoerd dan in eerdere jaren. Zo vond voor leerjaar 2 en 4 een samenwerking plaats met de GGD: in de klassen die meededen met de Gezondheidsmonitor (GM) Jeugd, kreeg één willekeurige leerling per twee klassen de vragenlijst van het Peilstationsonderzoek. De andere leerlingen kregen de vragenlijst van de GM Jeugd. De vragenlijstafname in leerjaar 2 en 4 vond plaats onder begeleiding van de leerkracht, er was géén getrainde onderzoeksassistent aanwezig. Daarnaast was het in 2023 voor het eerst mogelijk om de vragenlijst op een smartphone in te vullen. Om deze reden is een aantal vragen op een andere manier weergegeven in de vragenlijst. Het is moeilijk in te schatten in welke mate de methodeveranderingen invloed hebben gehad op de resultaten van het onderzoek. Met name het relatief grote aantal missende gegevens in leerjaar 2 en 4 kan van invloed zijn geweest op de schattingen van het middelengebruik. Vergelijkingen tussen 2023 en eerdere jaren moeten daarom voorzichtig worden geïnterpreteerd.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Rombouts M, Morren K, Van Dorsselaer S, Tuithof M, Monshouwer K. Peilstationsonderzoek Scholieren 2023. [Internet]. Trimbos-instituut; 2024. Available from: https://cijfers.trimbos.nl/scholierenmonitor/scholierenmonitor

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.