In het kort: De meerderheid van de gebruikers van 2C-B en 3-MMC gebruiken één of enkele keren per jaar, maar er is ook een relatief grote groep (20,7%) die ten minste maandelijks 3-MMC gebruikt.
In de LSM-A is gevraagd naar de mate van gebruik onder de laatste-jaar-gebruikers van 18 jaar en ouder. Omdat het hier om relatief kleine aantallen respondenten gaat moeten de resultaten voorzichtig worden geïnterpreteerd. Het laatste-jaar-gebruik van 4-FA en andere NPS is te laag om uit te splitsen naar gebruiksfrequentie. Onderstaande tekst heeft daarom alleen betrekking op 2C-B en 3-MMC.
Mate van gebruik
- Van de laatste-jaar-gebruikers van 2C-B heeft iets meer dan de helft (54,1%) het middel één keer gebruikt, en een iets kleinere groep (41,0%) gebruikte een paar keer, maar minder dan maandelijks. Slechts enkelen gebruikten maandelijks of vaker 2C-B.
- Van de laatste-jaar-gebruikers van 3-MMC had ruim twee op de vijf (41,9%) gebruikers het middel één keer gebruik, een iets kleinere groep (37,4%) gebruikte een paar keer, maar minder dan maandelijks. Ongeveer één op de vijf (20,7%) gebruikte ten minste maandelijks.
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.