Tot 2022 werd in de Nationale Drug Monitor (NDM) de term “migratieachtergrond” gebruikt. Het gebruik van de termen ‘westerse migratieachtergrond’ en ‘niet-westerse migratieachtergrond’ wordt echter afgeraden door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), omdat onderlinge verschillen binnen de groepen groot zijn en deze tweedeling wetenschappelijk niet onderbouwd is en steeds minder informatief. Ook roept het label ‘niet-westers’ negatieve associaties op. Vanaf 2023 wordt deze oude indeling (geleidelijk) losgelaten.
Het CBS, het Ministerie van Binnenlandse Zaken, de VNG, het Peilstationsonderzoek scholieren en de Antenne-monitor hanteerden dezelfde definitie van “migratieachtergrond”. Een inwoner met een migratieachtergrond is volgens deze definitie iemand die zelf in het buitenland is geboren, of iemand van wie minimaal één van de ouders in het buitenland is geboren. Een persoon heeft daarbij een westerse migratieachtergrond als deze zelf, of één van de ouders in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika of Oceanië is geboren. Ook Indonesië en Japan werden tot de westerse landen gerekend. Als de persoon zelf of één van de ouders in een ander land is geboren, had deze persoon volgens de definitie van het CBS een niet-westerse migratieachtergrond. Vanaf 2023 hanteert de NDM de nieuwe terminologie van het CBS. Het CBS laat daarbij de term “migratieachtergrond” vervallen. Inwoners van Nederland die in het buitenland zijn geboren worden migranten genoemd, en hun kinderen die zelf in Nederland zijn geboren worden voortaan “kinderen van migranten” genoemd. Het onderscheid tussen westerse en niet-westerse landen is daarbij vervangen door een nieuwe vierdeling op grond van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden.