Wetgeving nieuwe psychoactieve stoffen
Nieuwe psychoactieve stoffen (NPS) zijn stoffen met vergelijkbare effecten en risico’s als bestaande illegale drugs, maar ze vallen meestal (nog) niet onder het regime van de Opiumwet. Vaak worden zij geproduceerd om de drugswetgeving te omzeilen. In de huidige Opiumwet worden alle verboden middelen expliciet genoemd, met hun exacte chemische formule. Als NPS nét iets afwijken van reeds verboden middelen of de scheikundige samenstelling daarvan, vallen die niet onder de Opiumwet. Zodra een individuele NPS op grond van een risicobeoordeling onder controle is gebracht, verschijnt er vaak snel weer een nieuwe variant op de markt met naar verwachting vergelijkbare of zelfs grotere gezondheidsrisico’s. Om deze ontwikkeling te stoppen is een wetsvoorstel ontwikkeld voor een generiek verbod op bepaalde veel voorkomende groepen NPS, door middel van toevoeging van lijst IA aan de bestaande lijsten I en II van de Opiumwet. De voorgestelde lijst IA bevat de volgende stofgroepen: alle substanties die zijn afgeleid van 2-fenethylamine, waaronder ook substanties met de basisstructuur van cathinon; cannabimimetica of synthetische cannabinoïden; en substanties afgeleid van 4-aminopiperidine (fentanyl-achtige stoffen) [1].
Het wetsvoorstel is in juli 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer. In december 2023 heeft de Tweede Kamer dit wetsvoorstel behandeld. Nadat een meerderheid van de Tweede Kamer met de wetswijziging instemde, is de aangepaste wetswijziging in januari 2024 naar de Eerste Kamer gestuurd [2]. Bij de behandeling in de Tweede Kamer zijn twee moties aangenomen:
- De eerste motie heeft betrekking op onlineshops die NPS aanbieden. De motie verzoekt de regering om in kaart te brengen op welke schaal deze websites NPS aanbieden en welke voorwaarden aan klanten gesteld worden met betrekking tot de aankoop van NPS. Daarnaast wordt de regering in de motie verzocht om te onderzoeken hoe snel deze websites uit de lucht gehaald kunnen worden [3].
- De tweede motie ziet op de implementatie van de gewijzigde Opiumwet. In de motie wordt de regering verzocht om de wetswijziging gepaard te laten gaan met brede communicatie en voorlichting over alle drugs. Deze voorlichting zou gericht moeten zijn op alle doelgroepen en in het bijzonder op kwetsbare doelgroepen [4].
Zie voor de NPS die recentelijk zijn toegevoegd aan de Opiumwet § 2.1.1. Zie voor NPS ook § 8.1.
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.T.K. 36159-3. Wijziging van de Opiumwet in verband met het toevoegen van een derde lijst met als doel het tegengaan van de productie van en de handel in nieuwe psychoactieve stoffen en enkele andere wijzigingen. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2022. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2022.
- 2.E.K. 36159-A. Wijziging van de Opiumwet in verband met het toevoegen van een derde lijst met als doel het tegengaan van de productie van en de handel in nieuwe psychoactieve stoffen en enkele andere wijzigingen. Den Haag: Eerste Kamer der Staten-Generaal; 2024.
- 3.T.K. 36159-15. Wijziging van de Opiumwet in verband met het toevoegen van een derde lijst met als doel het tegengaan van de productie van en de handel in nieuwe psychoactieve stoffen en enkele andere wijzigingen: Motie van het lid Krul. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2023.
- 4.T.K. 36159-16. Wijziging van de Opiumwet in verband met het toevoegen van een derde lijst met als doel het tegengaan van de productie van en de handel in nieuwe psychoactieve stoffen en enkele andere wijzigingen: Motie van het lid Tielen. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2023.
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.