HomeDrugscriminaliteit16.2.2 Liquidaties

16.2.2 Liquidaties

Snel naar:

In 2021 is een tweede verkennende studie uitgevoerd naar (ontwikkelingen ten aanzien van) liquidaties in Nederland van 2014 tot en met 2020 ​[1]​. Het eerste onderzoek is in 2017 gedaan naar de periode 2000-2016 ​[2]​. In 2023 zijn (beknopte) updates van de aantallen voor de jaren 2021 en 2022 verschenen ​[3,4]​. Deze studies zijn gebaseerd op interviews met politie- en justitiefunctionarissen, gegevens uit opsporingsdossiers van de politie en openbronnenonderzoek, zoals het bestuderen van berichten uit de media. Daarnaast zijn gekraakte Pretty Good Privacy (PGP)-berichten uit cryptotelefoons (vanaf 2015) gebruikt voor inzicht in motivaties voor liquidaties ​[1]​.

Onder liquidaties worden “afrekeningen in het criminele milieu” verstaan. Een incident wordt als liquidatie aangemerkt als het aan alle onderstaande voorwaarden voldoet:

  • Het gaat om een incident met minstens één dodelijk slachtoffer
  • De modus operandi wijst op een vooraf geplande doelgerichte moord
  • Het doelwit en/of de dader kan ik verband gebracht worden met georganiseerde criminaliteit

Per liquidatie kunnen meerdere slachtoffers vallen ​[5,6]​.

De achtergrond van liquidaties

  • Liquidaties zijn meestal het gevolg van conflicten gerelateerd aan de georganiseerde drugshandel. Het gaat bijna altijd om geld en de verdeling van de drugsmarkt. In de eerste verkenning is verondersteld dat liquidaties een uiterst middel zijn om een conflict op de drugsmarkt te beslechten na gebruik van minder ingrijpende middelen ​[2]​. Dit geldt niet voor een deel van de liquidaties die het afgelopen decennium zijn uitgevoerd. Er is een verandering zichtbaar in de aard van het fenomeen naar meer excessief en opzichtig gebruik van geweld. Wraak, intimidatie en straffen binnen de interne criminele organisatie worden genoemd als hoofdredenen voor liquidaties ​[1]​​​.
  • Ook uit onderzoek van de politie uit 2024, waarin liquidaties in de periode 2016 t/m 2021 zijn bestudeerd, blijkt dat meer dan de helft van de liquidaties afrekeningen in de eigen criminele organisatie, of personen gelieerd aan de eigen organisatie, betreft. Verder blijkt uit dit onderzoek dat vier van de vijf liquidaties in Nederland aan cocaïnehandel gerelateerd zijn ​[7]​.
  • De ontwikkelingen in liquidaties vinden plaats in een drugsmarkt waarin de internationale cocaïnehandel blijft groeien, nieuwe groepen drugshandelaren zich in Nederland blijven vestigen en nu nog grotere geldbedragen door cocaïnehandelaren worden verdiend ​​[1]​​.
  • De vaak grove en slordige uitvoering van liquidaties kan deels worden toegeschreven aan de onervarenheid van schutters en de grote beschikbaarheid van automatische vuurwapens. Een andere factor in de uitvoering van liquidaties is de intimiderende en verharde opstelling van opdrachtgevers. Bij sommige liquidaties worden er opzettelijk risico’s voor omstanders gecreëerd. De uitvoering is niet zozeer slordig, maar een uiting van de verbreding van excessief geweld ​[1]​​.
  • De verbreding van excessief geweld is ten eerste zichtbaar in een toegenomen afrekencultuur binnen de eigen geledingen. Ten tweede worden liquidaties soms bewust in het bijzijn van familie en kinderen uitgevoerd om het intimiderende effect te versterken. Ten derde worden ook personen die geen deel zijn van een criminele organisatie, doelwit van liquidaties. Dit is een nieuwe ontwikkeling: waar dodelijk geweld in het verleden diende als bestraffing van verraad van personen die deel uitmaakten van de criminele organisatie, heeft het geweld zich nu uitgebreid tot de kring van niet-criminele verwanten (zoals geliefden, advocaten en andere professionals in de strafrechtketen). Dit kan ook gaan om een dreiging met geweld. Op die manier wordt geprobeerd bij partijen die bij de rechtsgang betrokken zijn, de druk te verhogen ​[1]​​.
  • Uit onderzoek naar liquidaties in de periode 2016 t/m 2021 blijkt dat het gebruik van volautomatische vuurwapens zich beperkt tot de Randstad. Er is geen toe- of afname in het gebruik van volautomatische wapens waargenomen ​[7]​.
  • Bijna de helft van de liquidaties in de periode 2016 t/m 2021 had een hoog risico voor omstanders. Er is sprake van een hoog risico als de liquidatie plaatsvindt op een locatie waar meerdere personen aanwezig zijn en er meerdere keren wordt geschoten waarbij de aanwezige personen het risico lopen geraakt te worden, of zijn geraakt. Het gebruik van volautomatische wapens leidt niet per definitie tot een hoog risico voor omstanders. Een hoog risico voor omstanders komt even vaak voor bij liquidaties uitgevoerd met volautomatische wapens als met andere vuurwapens ​[7]​.
  • In 2021 werd misdaadjournalist Peter R. de Vries, die de kroongetuige in het Marengo-proces bijstond, geliquideerd. Deze en hieraan gerelateerde eerdere liquidaties (als Derk Wiersum en de broer van de kroongetuige Nabil B.) toonden aan dat ook buiten het directe criminele circuit slachtoffers worden gemaakt. Naar aanleiding hiervan wordt een steeds groter aantal personen beveiligd mede vanwege de dreiging vanuit de georganiseerde criminaliteit ​[8]​
  • In lijn met de verkenning uit 2017 blijkt dat het criminele bedrijfsproces rondom liquidaties zich kenmerkt door een strikte taakverdeling tussen spotters en schutters. De spotters voeren ter voorbereiding op de liquidatie observaties uit, de schutters plegen de moord door op het beoogde slachtoffer te schieten. Dit lijkt enerzijds efficiënt en professioneel maar kan anderzijds resulteren in fouten in de uitvoering van de liquidatie, omdat de schutters minder goed bekend zijn met het beoogde doelwit of vanwege verkeerde of gebrekkige informatieoverdracht via PGP-berichten. Dit kan leiden tot het doden van een ander persoon dan het beoogde doelwit, een zogeheten vergismoord ​[1]​​.

Het aantal liquidaties

  • In 2022 zijn elf liquidaties gepleegd. In 2021 waren dat er acht. Voor het eerst sinds 2017 stijgt het aantal liquidaties licht. Op de lange termijn is er echter nog steeds sprake van een dalende trend ​[4]​.
  • De daling van het aantal liquidaties na 2017 kan mogelijk worden verklaard door het relatief grote aantal aanhoudingen van criminele kopstukken en andere sleutelfiguren. Daarnaast is het mogelijk dat opsporingsinstanties door gekraakte PGP-berichten vroegtijdig hebben kunnen ingrijpen om liquidaties te voorkomen. Bijgevolg zou een deel van de spelers in de drugshandel zich even gedeisd hebben gehouden in de jaren erna. Tot slot is het mogelijk dat de vrijheidsbeperkende maatregelen ter bestrijding van de coronapandemie bijgedragen hebben aan het relatief lage aantal liquidaties in 2020 en 2021: door de rust op straat zou aanwezigheid op straat meer opvallen en zouden de potentiële slachtoffers minder bereikt zijn ​[1]​.
  • Liquidaties van Nederlanders in het buitenland die gerelateerd waren aan georganiseerde criminaliteit in Nederland, zijn ook meegeteld in de cijfers. In 2022 vonden twee liquidaties van Nederlanders in het buitenland plaats. Voor zover bekend zijn in 2021 en 2020 geen Nederlanders slachtoffer geworden van liquidaties in het buitenland ​[4,6]​.
  • Binnen Nederland vonden in 2022 de meeste liquidaties in de provincie Zuid-Holland plaats. Van het totaal aantal liquidaties dat vanaf 2013 is gepleegd, vonden de meeste liquidaties plaats in de provincie Noord-Holland, gevolgd door de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant ​[4]​.
  • Nederland kende in de jaren zeventig gemiddeld één of twee liquidaties per jaar. Parallel aan de snelle groei van de internationaal georganiseerde smokkel van soft- en harddrugs in Nederland, steeg het aantal liquidaties vanaf de jaren tachtig. Tussen 1980 en 1987 vonden gemiddeld vijf liquidaties per jaar plaats, tussen 1988 en 1990 gemiddeld tien per jaar, tussen 1991 en 2000 per jaar vijftien tot twintig en tussen 2000 en 2020 gemiddeld twintig tot dertig per jaar ​[2]​. Sinds 2020 is het aantal liquidaties gedaald naar ongeveer tien per jaar ​[3]​.

Figuur 16.2.1 Aantal liquidatiesI in Nederland (inclusief liquidaties in het buitenland van Nederlandse ingezetenen/gerelateerd aan Nederlandse georganiseerde drugshandel), 2013-2022

Slachtoffers en uitvoerders van liquidaties

  • In de periode 2013-2022 zijn in totaal 207 liquidaties gepleegd ​[1,3,4,6]​. Daarbij ging het in deze periode in acht gevallen om een dubbele moord en in één geval ging het om een viervoudige moord. Het aantal liquidaties waarbij meerdere mensen zijn gedood, ligt in de periode 2017-2019 hoger dan in de vier jaren daarvoor: in 2017 betrof het viermaal een dubbele moord, in 2018 werden bij één liquidatie vier mensen gedood en in 2019 was er één dubbele moord. In 2020, 2021 en 2022 was er geen sprake van een meervoudige moord ​[3,4,6]​.
  • Bij de liquidaties waarbij meerdere dodelijke slachtoffers zijn gevallen, is het aannemelijk dat niet alle slachtoffers het beoogde doelwit van de liquidatie waren. Een deel van de slachtoffers van meervoudige liquidaties werd vermoedelijk gedood omdat zij getuige waren van de liquidatie van het beoogde slachtoffer of in de nabijheid van het beoogde slachtoffer waren ​[6]​.
  • Vanaf 2013 werd bijna elk jaar bij minimaal één liquidatie een verkeerde persoon door de schutter(s) voor het beoogde doelwit aangezien. In 2022 vond er geen zogenoemde ‘vergismoord’ plaats. In 2021 was dit er één en in 2020 is bij twee moorden op de verkeerde persoon geschoten. Voor zover bekend zijn in 2019 geen vergismoorden gepleegd. In 2018 ging het om twee vergismoorden en in 2017 ging het om één ​[3,6]​. Deze vergismoorden wijzen op een grove en slordige werkwijze van de schutters ​[4]​.
  • Over de gehele periode 2013-2021 viel 62% van de slachtoffers in de leeftijdscategorie 21-40 jaar ten tijde van het overlijden. In deze periode was 22% van de slachtoffers 41-50 jaar ten tijde van het overlijden en was 16% ouder dan 50 jaar. Het aandeel slachtoffers onder 21 jaar was in deze periode 1%. Sinds 2017 is het aandeel slachtoffers dat ouder was dan 40 jaar toegenomen en in 2019 was de meerderheid van de dodelijke slachtoffers van liquidaties ouder dan 40 jaar. In zowel 2018 als 2019 was één slachtoffer jonger dan 21 jaar. Beide slachtoffers waren niet het beoogde doelwit van de liquidatie ​[6]​. In 2020 en 2021 is de leeftijdsverdeling van slachtoffers vrijwel niet veranderd ten opzichte van de jaren daarvoor ​[3]​.

De politie heeft onderzoek gedaan naar liquidaties in de periode 2016 t/m 2021. Bij 40 van de 57 liquidaties in deze periode is de schutter geïdentificeerd. In totaal zijn 56 schutters geïdentificeerd voor deze 40 liquidaties. Op basis van dit onderzoek zijn enkele kenmerken van de uitvoerders van liquidaties geïdentificeerd ​[7]​:

  • man
  • gemiddeld 29 jaar
  • eerder in beeld bij politie
  • afwisselend in beeld en uit beeld bij politie
  • geboren in Nederland, met veelal een Antilliaanse/Nederlandse afkomst, gevolgd door een Marokkaans/Nederlandse en Surinaams/Nederlandse afkomst.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Van Gestel B, Kouwenberg RF. Tweede verkennende studie Liquidaties. Den Haag: WODC; 2021.
  2. 2.
    Van Gestel B, Verhoeven MA. Liquidaties nieuwe stijl. Verruwing en professionalisering bij liquidaties in Nederland [Contract killings in a new style. The coarsening and professionalization in contract killings in the Netherlands]. Vol. 43, Justitiële verkenningen. 2017. p. 9–28.
  3. 3.
    Van Gestel B, Meijer R. Factsheet 2023-1: Update Liquidaties 2021. 2023.
  4. 4.
    Meijer R, Liebregts N, Van Gestel B. Factsheet 2023-6: Update Liquidaties 2022. Den Haag; 2023.
  5. 5.
    Van Gestel B, Kouwenberg RF. Update liquidaties 2019: Factsheet 2019-3. Den Haag: WODC; 2019.
  6. 6.
    Van Gestel B, Kouwenberg RF. Update liquidaties 2020: Factsheet 2020. Den Haag: WODC; 2020.
  7. 7.
    Adjiembaks S, Boerman F, Roks R, Stoffers E. Ontwikkelingen & achtergronden van schutters en andere betrokkenen. Den Haag; 2024.
  8. 8.
    OM. Jaarbericht 2021. 2022.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.