In dit hoofdstuk staan overtredingen van de Opiumwet centraal. Het gaat om illegale handel, smokkel, productie en bezit van drugs die op de bij de Opiumwet behorende lijst I (harddrugs) of lijst II (softdrugs) zijn geplaatst. Bij harddrugs gaat het om heroïne, cocaïne, 4-hydroxybutaanzuur (GHB), amfetamine, ecstasy, 3 MMC (sinds 11 april 2024) en andere drugs. Bij softdrugs gaat het niet alleen om cannabis, maar bijvoorbeeld ook om qat, hallucinogene paddenstoelen en lachgas (per 1 januari 2023). Delicten tegen de Wet voorkoming misbruik chemicaliën (Wvmc) worden hier ook als ‘Opiumwetdelict’ geteld. Deze wet gaat over legaal verkrijgbare chemicaliën die gebruikt worden bij de productie van drugs (precursoren).
Registratiesystemen worden regelmatig aangepast en verbeterd. Door die wijzigingen in registratiesystemen kunnen de huidige cijfers verschillen van de in eerdere edities gerapporteerde cijfers: in deze update gaat het om de periode 2014-2023. Het komt echter voor dat er nog geen cijfers over 2023 beschikbaar zijn, of dat cijfers over eerdere jaren ontbreken. In dat geval volstaan we met de meest recent beschikbare cijfers.
De informatie komt uit landelijke registraties van de politie en het Openbaar Ministerie (OM), jaarverslagen van instanties die betrokken zijn bij de opsporing en tenuitvoerlegging van sancties, de Recidivemonitor van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) en andere (wetenschappelijke) onderzoeksrapporten. Bij de interpretatie van de gegevens is voorzichtigheid geboden. De registratiecijfers geven geen zicht op de totale drugscriminaliteit, omdat de criminaliteit die niet bekend is bij justitiële instanties en die (dus) niet geregistreerd wordt, buiten beeld blijft. Bovendien zijn de registratiecijfers niet zelden vooral een weerspiegeling van de opsporingsprioriteiten en de beschikbare capaciteit van opsporingsdiensten. De cijfers van de politie en het OM worden daarnaast ook beïnvloed door de introductie van nieuwe registratiesystemen en gewijzigd registratiebeleid, maar lang niet altijd is duidelijk in welke mate en op welke wijze dit van invloed is. Tevens is de registratiedruk bij deze instanties hoog terwijl het registreren van cijfers geen primaire taak van hen is. Hierdoor zijn cijfers en gegevens niet altijd volledig.
In aanvulling op de bovenstaande informatiebronnen zijn voor het opstellen van dit hoofdstuk sinds 2021 jaarlijks groepsgesprekken en/of individuele interviews met inhoudelijk experts (zoals het OM, de politie, de Douane, het WODC en het Trimbos-Instituut) en wetenschappers georganiseerd. Daarin is (gezamenlijk) de context van gesignaleerde cijfermatige ontwikkelingen in de verzamelde data over het jaar 2022, 2021 en 2020 verkend en zijn mogelijke verklaringen besproken om de ontwikkelingen te duiden. De bevindingen zijn opgenomen in notities over deze zogenoemde ‘duidingssessies’ [1–3].
Een meer uitgebreide toelichting op de gegevensverzameling is opgenomen in bijlage B10.
Aanvullende informatie
- 1.Regioplan. Notitie opbrengsten groepsgesprekken. 2021.
- 2.Regioplan. Notitie opbrengsten groepsgesprekken. 2022.
- 3.Regioplan. Notitie opbrengsten groepsgesprekken. 2023;
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.