15.2.1 Kerncijfers en trends volwassen bevolking
In het kort: In 2022 had 1,6% van de volwassenen in het laatste jaar ADHD-medicijnen gebruikt. Ruim een kwart (28,7%) van de laatste-jaar-gebruikers nam ADHD-medicijnen (ook) zonder recept, dit is 0,5% van de volwassen bevolking. Het gebruik (ook) zonder recept (laatste-jaar en laatste-maand) in de algemene bevolking verschilde in 2022 niet van voorgaande jaren.
Snel naar:
Kerncijfers 2022
- In 2022 had ongeveer een op de 25 volwassenen (4,1%) ooit in het leven ADHD-medicijnen gebruikt. Dat komt neer op 570 duizend volwassenen.
- Ongeveer een op de 60 volwassenen (1,6%) gebruikte in het afgelopen jaar ADHD-medicijnen. Dat komt neer op 220 duizend volwassenen.
- Ongeveer een op de 100 volwassenen (1,1%) gebruikte in de afgelopen maand ADHD-medicijnen. Dat komt neer op 150 duizend volwassenen.
- Van de volwassenen die in het afgelopen jaar ADHD-medicijnen gebruikten, deed 28,7% dat (ook) zonder recept. Dat is 0,5% van de volwassen bevolking en komt neer op 60 duizend volwassenen.
- Van de volwassenen die in de afgelopen maand ADHD-medicijnen gebruikten, deed 17,9% dat (ook) zonder recept.
Tabel 15.2.1 Percentage en absolute aantal gebruikers ADHD-medicijnen met en (ook) zonder recept in de bevolking van 18 jaar en ouder. Peiljaar 2020
Trends in ADHD-medicatiegebruik
Vanaf 2016 zijn om het jaar vergelijkbare gegevens beschikbaar over het gebruik van ADHD-medicijnen in de algemene bevolking van 18 jaar en ouder.
- Het ooitgebruik van ADHD-medicatie steeg tussen 2020 en 2022 van 3,4% naar 4,1%.
- Het laatste-jaar-gebruik lag in 2022 (1,6%) op hetzelfde niveau als in 2020 (1,4%). Vergeleken met 2016 (1,1%) en 2018 (1,1%) lag het laatste-jaar-gebruik hoger in 2022 (1,6%). Hetzelfde patroon geldt voor het laatste-maand-gebruik, zie figuur hieronder.
- Het gebruik (ook) zonder recept (laatste-jaar en laatste-maand) in de algemene bevolking verschilde in 2022 niet van voorgaande jaren.
Aanvullende informatie
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.