HomeWetgeving, beleid en preventie2.1.7.2 Aanpak van drugsdumpingen

2.1.7.2 Aanpak van drugsdumpingen

Het dumpen van drugsafval levert twee problemen op: het veroorzaakt milieuverontreiniging en het duidt op overtredingen van de Opiumwet. Om te trachten dumpingen te voorkomen vindt toezicht en controle plaats door het bestuurlijk bevoegd gezag (provincies, gemeenten, waterschappen) en opsporing en vervolging door de politie, bijzondere opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie (OM).

  • Een drugsafvaldumping moet zo snel mogelijk worden opgeruimd om de schade voor de volksgezondheid en het milieu te beperken. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij provincies en gemeenten. Er is geen landelijke aanpak, omdat de problematiek per regio verschilt en er verschillende lokale ketenpartners, provincies en gemeenten bij betrokken zijn. Daders van drugsafvaldumpingen blijven meestal buiten beeld, waardoor zij de verantwoordelijkheid voor hun overtreding en de gevolgschade ontlopen.
  • Gedupeerden van een drugsdumping kunnen bij BIJ12 een subsidie aanvragen voor de opruimkosten van het drugsafval. BIJ12 verleent deze subsidies namens de provincies. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) voorziet deze subsidieregeling sinds 2021 jaarlijks van financiële middelen. Per 1 maart 2023 is deze subsidieregeling verruimd​ [1]​. Voor private partijen is het maximum subsidiebedrag voor het opruimen van drugsafval en bodemherstel verhoogd tot 200.000 euro. Tot dit bedrag kunnen zij hun kosten volledig vergoed krijgen. Voor decentrale overheden geldt dat projectkosten tot 50.000 euro voor 50% vergoed kunnen worden. Eventuele kosten daarbovenop worden volledig vergoed tot maximaal 200.000 euro. De regeling wordt sinds 1 januari 2021 uitgevoerd door BIJ12, een uitvoeringsorganisatie voor de provincies, en wordt gefinancierd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid ​[2]​. Deze regeling loopt eind 2024 af.
  • Naast de subsidieregeling via de provincies hebben het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en de provincie Noord-Brabant speciale regelingen getroffen voor een aantal megadumpingen in deze provincie. Dit maatwerk was nodig, omdat de projectkosten als gevolg van zware bodem- en grondwatervervuiling zo hoog zijn opgelopen dat zij niet konden worden gedekt door de subsidieregeling ​[3]​.
  • Strikt juridisch bezien heeft de Rijksoverheid geen verantwoordelijkheid voor het opruimen van drugsafval, maar is er ook geen andere partij of bestuurslaag die de verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke schade en milieuschade van (de vaak anonieme) drugsdumpingen volledig kan dragen.
  • Per 1 januari 2025 vervangt een nieuwe Rijksregeling de huidige subsidie- en maatwerkregelingen. Behalve de problematiek van kleinschalige drugsdumpingen, worden ook de problematiek van grootschalige lozingen én de opruimkosten van ontmantelde drugslaboratoriums hierin meegenomen. Als gedupeerden eerder zicht hebben op (ruimere) compensatie van hun kosten en er tijdig met het saneren van de bodem en grondwater kan worden begonnen, kan verdere schade aan de bodem en vervuiling van het grondwater worden beperkt ​[1]​. Daarnaast wordt met de Rijksregeling meer centrale regie over het proces van bodemsanering gevoerd. Dit is specialistische kennis die veel gedupeerden, met name particulieren en kleine gemeenten, niet hebben.
  • Net als bij de huidige regeling gaat ook de toekomstige Rijksregeling uit van het principe van cofinanciering met medeoverheden. Als de dader bekend is, zoals in gevallen met een aangetroffen drugslab meer waarschijnlijk het geval is, zijn er andere mogelijkheden om een schadevergoeding te krijgen. Een mogelijkheid is het zich als benadeelde voegen in het strafproces tegen een verdachte die vervolgd wordt voor het dumpen van drugsafval. Ook zijn er mogelijkheden in het civiel recht ​[4]​. De vervuiler betaalt, blijft het uitgangspunt.
  • Zie voor cijfers met betrekking tot drugsdumpingen § 16.3.3.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    T.K. 24077-503. Drugbeleid; Brief regering; opvolging toezeggingen en moties drugsbeleid. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal ; 2022.
  2. 2.
    E.K.35564-C. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit); Memorie van antwoord. Eerste Kamer der Staten-Generaal; 2021.
  3. 3.
    Rijksoverheid. Meer vergoeding voor opruimkosten drugsafvaldumpingen [Internet]. 2022. Available from: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/10/21/meer-vergoeding-voor-opruimkosten-drugsafvaldumpingen
  4. 4.
    T.K.Aanhangsel-1479. Antwoord op vragen van het lid van Toorenburg over het bericht ‘crimineel hoeft niet te betalen voor opruimen eigen drugsafval’’.’ Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2018.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.