Let op: Er zijn nieuwe kerncijfers over alcoholgebruik in 2023, deze zijn reeds gepubliceerd in de infographic Alcoholgebruik in Nederland – Kerncijfers 2023 van het Expertisecentrum Alcohol. De gegevens zullen ook spoedig in de NDM verwerkt worden.
In het kort: alcoholgebruik (weleens, zwaar en overmatig) komt het meest voor onder mannen en jongvolwassenen (18-24 jaar).
Snel naar:
Deze paragraaf beschrijft de kerncijfers over het gebruik van alcohol in 2022 uitgesplitst naar de volgende demografische groepen: geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, herkomst en stedelijkheid. Daarnaast beschrijft deze paragraaf de trends in het percentage volwassenen dat drinkt voor verschillende groepen (geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, herkomst en stedelijkheid).
Geslacht
Meer mannen dan vrouwen drinken (weleens, zwaar, overmatig) alcohol.
- In 2022 dronk 82,8% van de mannen van 18 jaar en ouder weleens alcohol en 72,5% van de vrouwen.
- Zwaar drinken kwam ook vaker voor onder mannen (10,1%) dan onder vrouwen (6,5%).
- Meer mannen (8,0%) dan vrouwen (4,9%) dronken overmatig.
- Meer vrouwen (53,3%) dan mannen (33,5%) hielden zich aan de richtlijn van de Gezondheidsraad (niet meer dan één glas alcohol per dag).
- Mannen dronken in 2022 gemiddeld meer glazen alcohol per dag dan vrouwen (1,4 versus 0,7).
Leeftijd
Zwaar en overmatig alcoholgebruik komt het meest voor onder jongvolwassenen.
- Het percentage volwassenen dat het afgelopen jaar weleens alcohol had gedronken verschilde in 2022 weinig tussen de leeftijdsgroepen. Alleen in de leeftijdsgroep 75 jaar en ouder was het percentage drinkers duidelijk lager dan in de jongere leeftijdsgroepen.
- Het percentage overmatige drinkers was het hoogst in de twee jongste leeftijdsgroepen (12,6% onder 18-19-jarigen en 12,9% onder 20-24-jarigen)
- Ook zwaar drinken kwam het meest voor onder 18-19-jarigen (22,8%) en 20-24-jarigen (22,1%). Deze percentages waren bijna twee keer hoger dan onder 25-29-jarigen (12,3%) en zeven keer hoger dan onder 75-plussers (3,1%).
- De jongste leeftijdsgroepen (18-29 jaar) hielden zich in 2022 het minst vaak aan de richtlijn van de Gezondheidsraad (rond de 32%). De 75-plussers (61,3%) hielden zich hier het vaakst aan.
- Onder de drinkers, dronken 18-19- en 20-24-jarigen het meest aantal glazen alcohol per dag: gemiddeld respectievelijk 1,4 en 1,3 glas per dag en 30-49-jarigen het minst (0,9 glazen).
- Lees meer over alcoholgebruik onder jongeren en jongvolwassenen op deze pagina.
Opleidingsniveau
Het gebruik van alcohol is het hoogst onder de hoogopgeleiden, met uitzondering van overmatig drinken waar in 2022 geen opleidingsverschillen voor werden gevonden*.
- In 2022 gaf 85,7% van de hoogopgeleiden aan het afgelopen jaar weleens alcohol te hebben gedronken, vergeleken met 64,8% van de laagopgeleiden. Middelbaar opgeleiden (79,6%) zaten daar tussenin.
- De verschillen in overmatig drinken tussen opleidingsniveaus zijn klein en niet significant.
- Zwaar drinken kwam onder hoogopgeleiden (9,7%) vaker voor dan onder laag (6,5%) en middelbaar opgeleiden (8,2%).
- Hoogopgeleiden hielden zich het minst vaak aan de richtlijn van de Gezondheidsraad (36%) en laagopgeleiden het meest (55,6%). De middelbaar opgeleiden vielen hier tussenin (41,7%).
*Cijfers naar opleidingsniveau in dit hoofdstuk kunnen afwijken van de cijfers gerapporteerd in de Staat van Volksgezondheid en Zorg, omdat verschillende definities voor opleidingsniveau zijn gebruikt (zie bijlage A1).
Herkomst
Alcoholgebruik is het hoogst onder volwassenen met een Nederlandse herkomst.
- In 2022 gaf (82,7%) van de volwassenen met een Nederlandse herkomst aan weleens alcohol te drinken. Dat is duidelijk meer dan volwassenen met een niet-Europese herkomst (55,1%) en in mindere mate, dan volwassenen met een Europese (77,5%) herkomst.
- Overmatig drinken kwam in 2022 ook meer voor onder volwassenen met een Nederlandse herkomst (7,2%) vergeleken met een niet-Europese herkomst (3,8%). Volwassenen met een Europese herkomst zaten daar tussenin (5,2%).
- Zwaar drinken kwam in 2022 eveneens het vaakst voor onder volwassenen met een Nederlandse herkomst (9,3%). Tussen volwassenen met een niet-Europese (5,2%) en Europese herkomst (5,6%) verschilde het percentage zware drinkers niet significant.
- Volwassen met een Nederlandse herkomst hielden zich het minst vaak aan de richtlijn van de Gezondheidsraad (38,9%). Volwassenen met een niet-Europese herkomst hielden zich hier het vaakst aan (63,6%). Degenen met een Europese herkomst vielen hier tussenin (44,0%).
Stedelijkheid
Er zijn kleine verschillen in het alcoholgebruik tussen inwoners van (zeer) sterk stedelijk, matig stedelijk en weinig/niet stedelijk gebied.
- In 2022 is het percentage drinkers in matig (79,3%) en weinig tot niet-stedelijke gebieden (79,4%) iets hoger dan in (zeer) sterk stedelijke gebieden (76,2%).
- Stedelijkheid hangt niet samen met overmatig drinken, zwaar drinken en het voldoen aan de richtlijn van de Gezondheidsraad.
Werkenden
In 2023 heeft het Trimbos-instituut voor het eerst gegevens gepubliceerd over het middelengebruik onder werkenden versus niet-werkenden [1]. Hiervoor zijn de gegevens gebruikt van de LSM-A van het peiljaar 2022. Riskante drinkers drinken zo veel of vaak, dat zij er problemen door ervaren. Bijvoorbeeld omdat zij hun verplichtingen niet na kunnen komen, spijt hebben van hun alcoholgebruik of van anderen het advies krijgen om minder te drinken. Riskant drinken is gemeten met de Alcohol Use Disorders Identification Test (AUDIT), zie voor meer informatie bijlage A2).
Werkenden drinken vaker alcohol dan niet-werkenden, ook drinken werkenden vaker riskant dan niet-werkenden. Riskant drinken hangt samen met hoger verzuim.
- Onder werkenden is het percentage dat in het laatste jaar alcohol heeft gedronken hoger dan onder niet-werkenden.
- Riskant drinken komt vaker voor onder werkenden dan onder niet-werkenden.
- Riskant drinken komt vaker voor onder jongere leeftijdsgroepen (tot 29 jaar) dan onder oudere leeftijdsgroepen. Daarnaast komt riskant drinken vaker voor onder mannen dan onder vrouwen. Werknemers met een HBO of WO opleiding drinken het vaakst riskant.
- Er zijn twee soorten verzuim 1) direct verzuim en 2) verminderd functioneren. Bij direct verzuim is iemand ziek en komt niet naar het werk. Bij verminderd functioneren wordt het werk minder goed of minder snel gedaan. Totaal verzuim is de optelsom van deze twee soort verzuim. In totaal worden er 2,9 miljoen verzuimdagen per jaar gerapporteerd door alcoholgebruik, waarvan het grootste deel wordt gerapporteerd door de werknemers die riskant drinken.
- Mannen verzuimen vaker door alcohol dan vrouwen. Werknemers met een HBO of WO opleiding verzuimen vaker door alcohol dan werknemers die basisonderwijs of een VMBO opleiding hebben gevolgd.
Regionale verschillen in alcoholgebruik
Iedere GGD verzamelt elke vier jaar gegevens over de gezondheid in hun GGD-regio met de Gezondheidsmonitor, in samenwerking met het CBS en het RIVM [2]. Deze studie wordt uitgevoerd naast de jaarlijkse Gezondheidsenquête (§ 11.2.1) en geeft inzicht in verschillen tussen regio’s. Sinds 2020 wordt de studie uitgevoerd onder volwassenen vanaf 18 jaar [3]. In 2022 heeft een extra Corona Gezondheidsmonitor plaatsgevonden waarin ook gevraagd is naar alcoholgebruik (zie ook: Alcoholgebruik | Regionaal | Volwassenen | Volksgezondheid en Zorg (vzinfo.nl)).
- Drinken volgens de richtlijn (drinkt niet of maximaal 1 glas per dag) is het hoogst in de GGD regio Flevoland (50,5%), Rotterdam-Rijnmond (49,3%) en Zuid-Holland Zuid (48,9%). In Hart voor Brabant (38,3%), Hollands-Noorden (38,4%) en Brabant-Zuidoost (38,4%) wordt de richtlijn van de Gezondheidsraad het minst vaak nageleefd [2].
- Overmatig drinken (vrouwen meer dan 14 glazen per week of mannen meer dan 21 glazen per week) komt in 2022 het meest voor in de regio’s Amsterdam (8,5%), Twente (8,5%) en Hollands Noorden (8,0%). In Flevoland (5,2%) en Zuid-Holland Zuid (5,6%) en Rotterdam Rijnmond (5,8%) waren de minste overmatige drinkers [2].
- Deze cijfers zijn niet gecorrigeerd voor verschillen in de bevolkingssamenstelling zoals leeftijd en migratieachtergrond. Daardoor is het niet duidelijk in hoeverre verschillen in alcoholgebruik tussen de regio’s door verschillen in de bevolkingssamenstelling verklaard kunnen worden.
De resultaten van de GGD Corona Gezondheidsmonitor jongvolwassenen 2022 geven inzicht in regionale verschillen in de leeftijdsgroep 16-25 jaar (zie ook: Alcoholgebruik | Regionaal | Jongvolwassenen | Volksgezondheid en Zorg (vzinfo.nl)).
- De gebruikspercentages (afgelopen 12 maanden, afgelopen 4 weken en zwaar drinken) zijn het laagst in de GGD-regio Flevoland. Daarnaast is het percentage dat zich houdt aan de richtlijn van de Gezondheidsraad in de GGD-regio Flevoland het hoogst.
- Het percentage zware drinkers is het hoogst in de GGD-regio’s Groningen, Twente, Hollands- Midden en Amsterdam.
Trends onder groepen in de volwassen bevolking
Weleens alcohol gedronken in de afgelopen 12 maanden
In de totale groep volwassenen bleef het percentage dat weleens alcohol drinkt tussen 2021 en 2022 gelijk. Vergeleken met 2014 was het percentage in 2022 gedaald. Als er op het niveau van subgroepen wordt gekeken (geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, stedelijkheid), zijn er enkele verschillen te zien met deze algemene trends. Deze verschillen worden hieronder beschreven.
- Tussen 2021 en 2022 is het percentage dat weleens drinkt in de leeftijdsgroep 25-29-jarigen gedaald.
- Vergeleken met 2014 is er geen daling in de leeftijdsgroepen 18-19 jaar, 30-39 jaar en 65 jaar en ouder. Ook in matig stedelijke gebieden is er geen verschil tussen 2014 en 2022.
Zwaar en overmatig drinken
In de totale groep volwassenen bleef het percentage overmatige en zware drinkers tussen 2021 en 2022 gelijk. Vergeleken met 2014 was het percentage overmatige en zware drinkers in 2022 gedaald. Als er op het niveau van subgroepen wordt gekeken (geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, stedelijkheid), zijn er enkele verschillen te zien met deze algemene trends. Deze verschillen worden hieronder beschreven.
- Vergeleken met 2014 is het percentage zware drinkers in 2022 voor mannen en vrouwen gedaald, maar deze verschillen zijn niet significant.
- Vergeleken met 2014 is het percentage zware drinkers niet gedaald onder de 18-39-jarigen, 50-64- jarigen en 75-plussers.
- In (zeer) sterk en matig stedelijke gebieden is het percentage zware drinkers tussen 2014 en 2022 niet gedaald.
- Overmatig drinken is tussen 2022 en 2021 niet significant gedaald onder mannen. Tussen 2021 en 2022 is overmatig drinken gedaald onder de 40-49-jarigen gedaald (van 6,1% naar 3,6%). In de periode 2014-2022 is overmatig drinken onder de jongste (18-29-jarigen) en oudste leeftijdsgroep (75-plus) niet gedaald.
- Overmatig drinken is tussen 2021 en 2022 iets afgenomen onder middelbaaropgeleiden.
In de LSM-A uit 2022 is aan drinkers gevraagd op welke leeftijd zij voor het eerst alcohol dronken.
- Onder volwassenen in de leeftijd van 18 t/m 25 jaar was in 2022 de gemiddelde startleeftijd van alcoholgebruik 16,0 jaar. Daarmee is de startleeftijd gestegen ten opzichte van 2020 (15,7 jaar) en 2016 (15,3 jaar).
- Onder 12-16-jarige scholieren was tussen 2003 en 2015 sprake van een toename van de startleeftijd, maar deze stijging heeft zich tussen 2015 en 2019 niet voortgezet [4].
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.Tuithof M, Blokland M, Sannen M. Alcohol, drugs, medicijnen (ADM) en werk. Werkend Nederland in 2022. Utrecht: Trimbos-instituut;
- 2.Monitorgezondheid.nl. Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2020: Vragenlijstonderzoek door GGD’en, in samenwerking met RIVM en CBS [Internet]. 2020. Available from: http://web.archive.org/web/20210723220014/https://www.monitorgezondheid.nl/gezondheidsmonitor-volwassenen-en-ouderen
- 3.CBS.nl. Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2020: resultaten [Internet]. 2021. Available from: https://opendata.cbs.nl/statline/\#/CBS/nl/dataset/85012NED/table?dl=555D6
- 4.Rombouts M, Van Dorsselaer S, Scheffers-van Schayck T, Tuithof M, Kleinjan M, Monshouwer K. Jeugd en riskant gedrag 2019: Kerngegevens uit het Peilstationsonderzoek Scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut; 2020.
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.