HomeAmfetamine7.6 Hulpvraag en incidenten

7.6 Hulpvraag en incidenten

Gegevensbronnen

Problemen gerelateerd aan het gebruik van amfetamine worden onder andere gezien en behandeld in de verslavingszorg en in de algemene ziekenhuizen. De Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ) bevat een schatting van het aantal klinische opnames met middelengebruik als hoofd- of nevendiagnose. Amfetamine behoort in deze registratie net als o.a. ecstasy tot de groep psychostimulantia, de cijfers uit de basisregistratie hebben dus betrekking op beide middelen. Deze cijfers zijn te vinden in § 7.6.2. Zie bijlage B5 voor de meest recente gegevens van de LBZ. Het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) rapporteerde tot en met 2015 over de hulpvraag in de verslavingszorg. De acute hulpvraag wordt geregistreerd in de Monitor Drugsincidenten (MDI). Deze monitor beschrijft de aard en omvang van acute drugsgerelateerde gezondheidsincidenten bij patiënten die worden behandeld op de spoedeisende hulp (SEH) van een ziekenhuis, door de ambulance, door politieartsen, of op de EHBO van een grootschalig evenement. Daarnaast registreert het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) informatieverzoeken van artsen en andere medisch professionals over vermoede blootstellingen aan middelen.

7.6.1 Verslavingszorg 

De verslavingszorg is het onderdeel van de gezondheidszorg dat hulp biedt aan mensen die verslaafd zijn geraakt aan drugs, alcohol, medicijnen, gokken, of andere gedragsverslavingen. Instellingen voor verslavingszorg leverden tot en met 2015 gepseudonimiseerde gegevens over de hulpverlening aan via het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) ​[1]​.

Let op:  Tussen 2015 en 2022 zijn er geen nieuwe gegevens beschikbaar gekomen uit het LADIS (zie bijlage B6: LADIS), omdat deze niet meer verzameld konden worden in verband met een aanscherping van de privacywet. Per 1 juli 2022 is de aanvullende wettelijke grondslag (een wijziging van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)) geregeld voor het aanleveren van gegevens. Hierna kon de gegevensverzameling van het LADIS weer gestart worden. Begin 2023 is een tussenrapportage verschenen, waarin een voorlopig beeld werd geschetst van trends in de aard en omvang van de zorgvraag binnen de verslavingszorg. Hier werd geconstateerd dat de kwaliteit van de aanleveringen voor verbetering vatbaar was. Begin 2024 is een verbeterde versie van de Kerncijfers over de jaren 2017-2022 verschenen, waarin de eerdere cijfers zijn verrijkt met andere bronnen. Deze gegevens worden, na aanvullende analyses, later dit jaar verwerkt in de Nationale Drug Monitor.

Figuur 7.6.1         Aantal cliënten bij de verslavingszorg met primaire of secundaire amfetamineproblematiek, vanaf 2006

Behandeling

In 2017 werd de ‘Richtlijn detoxificatie’ openbaar, waarin het hoofdstuk ‘stimulantia’ ook de ontgifting bij amfetaminegebruik beschrijft ​[2]​. Er is nog geen medicamenteuze behandeling beschikbaar voor onthoudingsverschijnselen na amfetaminegebruik, en daarom is de behandeling gericht op symptoombestrijding. In de behandeling van volwassenen met een afhankelijkheid van amfetamine staat een psychologische behandeling met cognitieve gedragstherapie en (bij voorkeur intensieve) motiverende gespreksvoering voorop ​[3]​. Het toevoegen van contingentie management aan de behandeling kan de resultaten verbeteren en motiverende gespreksvoering heeft een rol bij terugvalpreventie. Ook zelfhulp kan worden ingezet. Er is nog geen bewijs voor een effectieve farmacologische behandeling.

Multidisciplinaire richtlijn

Meer in het algemeen valt de behandeling van problematisch gebruik van amfetamine onder de “Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines” ​[4]​. Al met al adviseert de Multidisciplinaire richtlijn om bij een stoornis in het gebruik van amfetamine cognitieve gedragstherapie aan te bieden in combinatie met intensieve motiverende gespreksvoering. Ook wordt aanbevolen om, gedurende meerdere maanden, contingentie management aan te bieden, waarbij het niet gebruiken van amfetamine systematisch wordt beloond. In San Francisco zijn inmiddels goede ervaringen opgedaan met het bevorderen van positieve gevoelens bij gebruikers van methamfetamine ​[5]​. In Duitsland is gebleken dat voor de behandeling van een verslaving aan methamfetamine een gebruikelijke vorm van zes maanden intramurale groepstherapie evenveel effect had als zes maanden intramurale groepstherapie aangevuld met een nieuwe vorm van groepstherapie die inhoudelijk speciaal was gericht op methamfetamine ​[6]​.

Verslavingszorg in 2015

In 2015 hadden in totaal 21 gespecialiseerde instellingen voor verslavingszorg geanonimiseerde gegevens over de hulpverlening aangeleverd aan het LADIS, het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem ​[1]​. De wisselingen die zich in de jaren daarvoor hadden voorgedaan in de aanleverende instellingen hebben slechts een beperkte invloed gehad op het landelijk aantal geregistreerde cliënten en hebben de trends niet noemenswaardig beïnvloed.

  • Het aantal cliënten met amfetamine als primair probleem steeg tussen 2006 en 2014 naar 1.806 (+67%), en bleef in 2015 op dit niveau.
  • Het aandeel van amfetamine in alle hulpvragen voor drugsproblematiek bleef relatief beperkt, maar steeg tussen 2006 en 2014 van 4% naar 5% en steeg verder naar 6% in 2015.
  • Per 100.000 inwoners van 15 jaar en ouder steeg het aantal primaire amfetaminecliënten van 8 in 2006 naar 13 in 2014 en 2015.
  • In 2015 was ongeveer 1 op de 4 primaire amfetaminecliënten een nieuwkomer (23%). Deze nieuwkomers werden ingeschreven in 2015 en stonden niet eerder ingeschreven bij de verslavingszorg.
  • Van de 1.794 primaire amfetaminecliënten stond bij 1.010 cliënten (56%) naast hun primaire problematiek ook een secundaire middelenproblematiek geregistreerd. Bij de secundaire problematiek ging het om cannabis (35%), alcohol (20%), cocaïne of crack (13%), ecstasy (9%), GHB (5%), slaap- en kalmeringsmiddelen (5%), of nicotine (3%).
  • Voor 742 cliënten was amfetamine in 2015 een secundair probleem. Voor deze groep was het primaire probleem cannabis (35%), alcohol (28%), cocaïne of crack (13%), GHB (9%), of heroïne (7%).

Leeftijd, geslacht en opleidingsniveau

Figuur 7.6.2         Leeftijdsverdeling van de primaire amfetaminecliënten bij de verslavingszorg, in 2006 en 2015

  • In 2015 waren bijna 8 van de 10 primaire amfetaminecliënten man (77%).
  • De gemiddelde leeftijd was 31 jaar, iets hoger dan in 2006 (27 jaar). In 2015 lag de piek in de leeftijdsgroep 25 t/m 29 jaar; in 2006 lag de piek in de leeftijdsgroep 20 t/m 24 jaar.
  • In 2015 had 49% van de primaire amfetaminecliënten geen opleiding afgerond of een lagere opleiding afgerond, 40% had een middelbare opleiding en 11% had een hogere opleiding afgerond (voor de verklaring van lagere, middelbare en hogere opleiding, zie in bijlage D onder: Cliënt LADIS).

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Wisselink DJ, Kuijpers WGT, Mol A. Kerncijfers Verslavingszorg 2015. Houten: Stichting Informatievoorziening Zorg; 2016.
  2. 2.
    Dijkstra B, Van Oort M, Schellekens A, De Haan H, De Jong C. Richtlijn detoxificatie van psychoactieve middelen: Verantwoord ambulant of intramuraal detoxificeren. Amersfoort: Stichting Resultaten Scoren; 2017.
  3. 3.
    Lee NK, Rawson RA. A systematic review of cognitive and behavioural therapies for methamphetamine dependence. Vol. 27, Drug and Alcohol Review. 2008. p. 309–317.
  4. 4.
    Hendriks V, Blanken P, Croes E, Schippers G, Schellekens A, Stollenga M, et al. Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines. Utrecht: Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz; 2018.
  5. 5.
    Carrico AW, Gómez W, Jain J, Shoptaw S, Discepola MV, Olem D, et al. Randomized controlled trial of a positive affect intervention for methamphetamine users [Internet]. Vol. 192, Drug and Alcohol Dependence. 2018. p. 8–15. Available from: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0376871618305015
  6. 6.
    Kamp F, Proebstl L, Hager L, Schreiber A, Riebschläger M, Neumann S, et al. Effectiveness of methamphetamine abuse treatment: Predictors of treatment completion and comparison of two residential treatment programs [Internet]. Vol. 201, Drug and Alcohol Dependence. Elsevier; 2019. p. 8–15. Available from: https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0376871619301541

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.